221
16 MAART 1972
en of over een nieuwe motie gepraat kan worden.
De VOORZITTER: Ik geloof, mevrouw Stockmann, dat wij het
daarover heel snel eens zullen moeten worden. Ik doe pogingen om de
vergadering te presideren en de orde te handhaven. Ik heb hier een
motie voor mij liggen. Wilt u daarmede alstublieft rekening houden?
Ik heb geen enkele bevoegdheid om te vragen om moties, ook niet om
gewijzigde moties. Ik hoop dat u dat begrijpt.
De heer VAN CAULIL: Ik geloof toch dat de duidelijkheid ermede
gediend zou zijn als het college zou uitspreken dat de werkzaamheden
in die bepaalde volgorde uitgevoerd kunnen worden en vooral met be
trekking tot het vervangen van de ramen in het openbaar een volledige
toezegging zou doen. Ik geloof dat wij het dan met ons allen eens kun
nen worden dat er geen behoefte meer aan de motie is. Vooraf zou ik
echter toch wel degelijk graag die verklaring hebben.
De heer SANDBERG: Mevrouw Van Nes heeft toen zij haar stand
punt toelichtte gesproken over het wantrouwen dat zou bestaan en naar
onze mening ook bestaat tussen de dienst van openbare werken en de
bewoners, c. q. briefschrijvers uit het Westeinde. Wij hebben indertijd
vastgesteld dat dat wantrouwen terecht was; ga die bewoners maar eens
duidelijk maken waarom de uitvoering van die plannen steeds maar
weer moet worden uitgesteld en wie daarvoor nu uiteindelijk verant
woordelijk is. Dat wantrouwen was dus terecht. Ik krijg nu echter de
indruk dat deze motie veel meer gaat in de richting van een motie van
wantrouwen van de raad aan het college en daaraan wens ik niet mede
te werken. De activiteiten die in de afgelopen periode ontplooid zijn
en de hiermede bereikte resultaten geven mij een stukje vertrouwen
terug. Ik kan mij heel goed indenken dat dit bij de bewoners nog niet
het geval iszij zullen hun vertrouwen, dat nu geschoktis, pas weer
terugkrijgen wanneer werkelijke resultaten waarneembaar zijn. Voor
onze fractie staat duidelijk de renovatie centraal. Daarmede is deze
zaak in een technische sfeer gekomen. De zaak wordt thans aangepakt,
het begin is gemaakt. Wij zullen voorlopig eerst eens afwachten wat
dat oplevert alvorens eventueel andere maatregelen getroffen dienen te
worden. Op dit moment hebben wij daaraan echter geen behoefte en
de motie zoals die thans voor ons ligt kan onze steun niet krijgen.
De heer CRUL: Ik kan goed merken dat de heer Sandberg niet op
de bijeenkomst met de bewoners van het Westeinde is geweest; ik ge
loof nl. dat hij anders op dit moment niet zo zou praten. Onze fractie
stelt de renovatie natuurlijk ook centraal, maar met de bewoners van
het Westeinde is toch wel iets gebeurd en mevrouw Van Nes heeft dui
delijk aangetoond wat er aan de hand is. Die bewoners vertrouwen de
zaak niet meer, althans wat het onderhoud betreft. Er is ook duidelijk
aangetoond dat dat onderhoud niet goed gebeurt en niet goed gecontro
leerd wordt. Ik vind dat de bewoners van het Westeinde recht op kritiek
hebben en ik geloof dat de wethouder daarin ook wel mee kan gaan. Ik
heb de vorige keer al gezegd dat wij wat de bewoners van het Westein
de betreft pas weer van een normale communicatie tussen bewoners en
ons als raad, als huiseigenaren eigenlijk, kunnen spreken zodra die re
novatie een feit is en zover zijn wij nog niet. De renovatie is nu goed
gekeurd en uiteraard verheugen wij ons daar allemaal over, ook de be
woners van het Westeinde. Wij zullen er echter voor moeten zorgen