16 MAART 1972 dat in de tijd die de renovatie in beslag zal nemen het onderhoud ge garandeerd wordt en dat is op geen enkele wijze nog het geval. Er is ook tijdens de ontmoeting met de burgerij geen garantie gegeven dat dat onderhoud werkelijk redelijk zal gaan plaatsvinden. Ik ben het met de wethouder eens dat die huizen zich in feite niet voor onderhoud le nen, maar laten wij wat er aan gedaan kan worden dan zo goed moge lijk doen en laat daarop dan een behoorlijke controle uitoefenen. Ik geloof dat mevrouw Van Nes met haar motie dat alleen voor ogen heeft. Ik zou mevrouw Van Nes in overweging willen geven haar motie even aan te houden totdat het college heeft kunnen antwoorden op de vraag over het onderhoud. Ik wil toch nog een opmerking maken over de re novatie. Iedereen verheugt zich erover dat met de renovatie kan worden gestart, maar ten aanzien van de renovatie doen zich natuurlijk proble men voor. Wij hebben al meer meegemaakt dat er tussen de burgers en de uitvoerder van de renovatie problemen ontstaan. De bewoners wordt naar hun wensen gevraagd, maar vaak blijkt dan dat bij de bewoners wensen leven, die op grond van de plannen niet waargemaakt kunnen worden. Ik zou in deze van het college toch een soepel beleid willen vragen en zou het op prijs stellen als bij de uitvoering van de renovatie zoveel mogelijk met de wensen van de bewoners rekening zou worden gehou den. Wij kunnen daar nu iets doen en dat moeten wij ook waarmaken. Wij zouden er geen enkele moeite mee hebben als het college, zoals het weliswaar voor iets grotere bedragen ten aanzien van het Hoogspoor gebeurt, een aanvullend krediet zou voorstellen voor het goed bewoon baar maken van de woningen. De heer VAN BANNING: Ik geloof dat er in de raad enige begrips verwarring bestaat ten aanzien van renovatie en onderhoud. De dienst van openbare werken heeft zes punten opgenoemd, waarin volgens deze dienst afgezien van het renovatieprogramma zou moeten worden voor zien. Deze punten zijn aan de bewoners voorgelegd, die daarop antwoord zullen geven. Ik geloof ook dat de werkzaamheden die hieruit eventueel zullen voortvloeien niet kunnen worden uitgesteld totdat de gehele reno vatie een feit zal zijn. De motie van mevrouw Van Nes is naar mijn me ning daarop ook gestoeld. In de motie wordt gesteld dat het onderhoud met betrekking tot de zes genoemde meest essentiële punten zonder meer doorgang moet vinden. Het tweede punt is dan de vervanging van stalen ramen door houten ramen. Ik geloof ook dat het dan zonder meer een zaak van redelijkheid is als de raad achter deze motie gaat staan. Het is een volkomen juiste motie en mijns inziens geeft zij de opvattingen, die de raad in het verleden uitgesproken heeft, weer. De heer VON SCHMID: Wij hebben ons toen de discussie in de raad over dit punt begon zonder meer achter de motie gesteld. Wij hebben de motie ook mede-ondertekend, omdat wij met de kennis van zaken die wij toen hadden van mening waren dat een duidelijke uitspraak van de raad nodig was om tot bepaalde oplossingen te komen. Ik moet mij echter aansluiten bij andere sprekers door te zeggen dat er inmiddels ontzaglijk veel veranderd is. De renovatie is op gang gekomen. Wij hebben toch in ieder geval duidelijk de indruk gekregen - zo is het al thans bij ons overgekomen - dat het college zeer veel moeite doet om deze zaak zo goed mogelijk op te lossen. Natuurlijk betreuren ook wij het dat bepaalde reparaties niet goed of niet volledig worden of zijn uitgevoerd. Wij sluiten ons dan ook aan bij iedereen die erop aandringt dat een en ander zal worden hersteld of alsnog zal worden uitgevoerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 222