16 MAART 1972
226
gemaakt. Het is natuurlijk niet mogelijk dat met alle wensen van de
bewoners persoonlijk rekening gehouden wordt. Het is echter evenzeer
duidelijk dat indien bepaalde zaken binnen het bestek aangepast kunnen
worden overlegd kan worden met diegenen die bij de renovatie in het
Westeinde de leiding hebben en dat er zoveel mogelijk aan die zaken
gedaan zal worden.
De heer Van Banning stelt dat de raad achter de motie zou kun
nen gaan staan. Dat is voor mij volslagen onduidelijk; ik meen in alle
eerlijkheid van de kant van het college te moeten stellen dat wij aan
de wensen die in de motie vervat zijn voldaan hebben. Wij waren al
bezig met de vervulling van die wensen en naar onze mening is die
motie totaal overbodig. Ik geloof dat de raad in dit verband het stand
punt van het college zal moeten kennen: het college zal de motie, in
dien de raad deze zou aannemen, naast zich neerleggen, omdat aan
de zakelijke inhoud van de motie voldaan is.
De VOORZITTER: Zullen wij proberen tot een afronding te komen?
Mevrouw Van Nes, wat wilt u over uw motie zeggen?
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik heb in eerste instantie gezegd
dat de bedoeling van mijn motie was dat de raadsleden zich over deze
zaak zouden uitspreken en zich in de eerste plaats verantwoordelijk voor
deze zaak zouden voelen. Die bedoeling schijnt toch eigenlijk door nie
mand begrepen te zijn; ik vind dat ontzettend jammer. Het was niet mijn
bedoeling om het college verwijten te maken en de zaak naar het colle
ge af te schuiven, maar om de verantwoordelijkheid bij de raad te leg
gen. Ik vind het jammer dat niemand dat begrepen heeft. Niettemin
ben ik genoodzaakt de motie nu in te trekken. Het kan immers ook
niemands bedoeling zijn om tegen de inhoud van de motie te stemmen
en ik zou bij sommige mensen misschien een gewetensconflict oproepen.
Ik wil nog even in het kort ingaan op datgene wat de wethouder zojuist
gezegd heeft. Hij heeft op de eerste plaats toegezegd dat de lijsten met
de bewoners nogmaals zullen worden doorgenomen en na alle gezamen
lijke besprekingen mag ik er toch ook wel op rekenen dat van nu af aan
de noodzakelijke reparaties ordentelijk en bevredigend door de dienst
van openbare werken zullen worden uitgevoerd. Daarop reken ik gewoon
en ik denk met mij de gehele raad. Op de tweede plaats heeft de wet
houder gezegd dat eerst de ramen zullen worden vervangen. Daarna zal
men beginnen met de schoorstenen en vervolgens met het metselwerk.
Ik heb toch goed begrepen dat het in volgorde zal gaan en dat eerst alle
ramen vervangen zullen worden en dat het niet per huis zal gaan; daar
mede zou nl. niemand gebaat zijn. Ik hoop dat ik het op die manier goed
verstaan heb. Ik zal er verder het zwijgen toe doen en trek hierbij de mo
tie in.
De VOORZITTER: Ik mag aannemen dat het ook overeenkomstig de
wens van de overige ondertekenaars is dat de motie die nu op tafel ligt
wordt teruggetrokken. De motie is dus nu niet meer aan de orde. Ik zie
toch dat er reden is om in dit verband nog iets te zeggen. Mijnheer Van
Banning, mag ik u verzoeken het kort te maken? Ook andere leden wil
ik dit verzoek doen.
De heer VAN BANNING: Dat wil ik gaarne doen, mijnheer de
voorzitter. Ik wil toch wel even nader stipuleren dat de wethouder zegt
dat de 157 woningen in een deplorabele toestand verkeren en dat als