271
20 MAART 1972
over dit onderwerp in de raad aanbevelenswaardig.
Het voorstel is daarop in de raadsvergadering van februari on
der voorzitterschap van wethouder Broeders behandeld. Hoewel het
college in die vergadering weigerde aan de discussie deel te nemen,
meende ik uit de van achter de tafel gemaakte opmerkingen toch
te kunnen opmaken dat het voorstel op zichzelf niet veel tegen
werpingen van het college zou ontmoeten. Het voorstel werd naar
mijn gevoel positief benaderd. Ook door de raad werd op een zo
danige wijze gereageerd dat de bedoeling van ons voorstel, om
vanuit Breda een constructieve bijdrage te leveren aan de bestrijding
van de werkloosheid, door verschillende sprekers werd onderschreven.
De voorbehandeling voldeed aan onze wensen.
Nu is het voorstel met een preadvies van het college ter tafel
gekomen en in feite is er van de positieve geluiden, die wij in
februari hebben gehoord, niet veel overgebleven. Ik ben daar wat
verbaasd over. Het preadvies is een aanval op de conclusies van
ons voorstel. Dat heeft tot gevolg dat aan de bedoelingen voorbij
wordt gegaan, waardoor op de verschillende aspecten van het probleem
te weinig wordt ingegaan. Wij zijn ervan uitgegaan dat er ook van
uit het gemeentelijk apparaat mogelijkheden bij de werkloosheids
bestrijding waren. Wij zijn die mening nog steeds toegedaan.
Twee punten uit het preadvies en het voorstel wil ik nog aan
de orde stellen, namelijk de procedure en de informatie naar de
raad. Mevrouw van Nes zal de andere kanten van het probleem
bespreken.
Allereerst wil ik dan een paar opmerkingen van algemene aard
maken. Ik werd het eerst geconfronteerd met de D. A. C. W.-probleem
door een aantal opmerkingen van de afdeling openbare werken. Zij
hielden in dat er vanuit Den Bosch telefonisch was meegedeeld dat
er mogelijkheden waren om de Kennedybrug in D. A. C. W.-verband
te doen uitvoeren. Uit dat telefoontje bleek ook dat het mogelijk
is invloed aan te wenden bij het al dan niet uitvoeren van werken
in D. A. C. W.-verband, anders zou men niet hebben opgebeld. Dit
heeft al iets met de procedure te maken, maar ik kom er zo direct
nog even op terug.
Wij hebben wel degelijk invloed, zowel tijdens de procedure als
in het beslissende stadium.
Wat het preadvies zelf betreft wil ik nog het volgende opmerken.
Het college heeft in de vergadering van februari op formele gronden
feweigerd aan de discussie deel te nemen. In het debat zijn toch
elangrijke opmerkingen gemaakt, die ook vandaag een rol zouden
kunnen spelen. Wij zouden het op prijs hebben gesteld als de me
ningen van de raad, die in de discussie in februari naar voren zijn
gekomen, ook in het preadvies aan de orde zouden zijn gekomen.
Dat is helaas niet gebeurd. Met de achtergrond die ik zojuist heb
geschetst kunnen wij het afwijkende advies van de afdeling voor
sociale zaken best begrijpen. Wij zijn ook nogal teleurgesteld over
het preadvies. Wij vinden dat het preadvies naar de conclusies toe
geschreven is. Daardoor zijn in het preadvies verschillende kanten
van deze zaak niet aan de orde gesteld.
De procedure en de informatie aan de raad lopen door elkaar
heen. In het preadvies wordt glashard gezegd dat u andere normen
voor urgent en niet-urgent aanlegt dan het coördinatie-college van
openbare werken. Het coördinatie-college regelt centraal de toe
wijzing van aanvullende werken en voor zover ik uit de circulaires