25 20 JANUARI 1972 groeperingen, die evenals het openbaar onderwijs een correcte pro cedure hebben gevolgd. Het is jammer, dat wij bij de benoeming van een dergelijke belangrijke commissie zulke sombere geluiden moeten laten horen. Wij zijn dat gezien onze opstelling in januari 1971 en gezien het vertrouwen, dat wij hadden in een democratische kandidaatstelling, aan onszelf verplicht. Tenslotte mag ik wel zeggen dat er veel werk verzet is en dat er een mijlpaal voor het onderwijs in Breda bereikt is. Het is alleen te betreuren dat dit historisch ogenblik vertroebeld wordt door een gevoel van teleurstelling. De heer VAN OS: Ik sluit mij gaarne aan bij de woorden van mevrouw Willems. Ik wil ze niet allemaal herhalen, maar wil er toch ook nog even de nadruk op leggen, dat de wethouder tijdens de behandeling van de verordening inzake het schooladvieswerk inder daad duidelijk heeft uitgesproken dat wij vertrouwen moesten hebben in de democratisering bij het Bredase onderwijs. Duidelijk is geble ken dat dit een vermetel vertrouwen is geweest. Diverse soorten onder wijs hebben onvoldoende moeite gedaan om de ouders en zelfs de leerkrachten van de voorliggende benoemingsprocedure in kennis te stellen. Eveneens is naar mijn mening duidelijk gebleken, dat de Bredase ouders onvoldoende georganiseerd zijn om op deze zaken snel en juist te reageren. Ik betreur dat in hoge mate. De heer VON SCHMID-. De dubbelfractie kan zich helemaal aan sluiten bij de teneur van het betoog van mevrouw Willems. Ener zijds zijn ook wij verheugd over de belangrijke stap, die gezet is, door het vormen van een commissie voor de schooladvies- en bege leidingsdienst. Anderzijds moeten wij ons aansluiten bij de kritiek, die door mevrouw Willems en later door de heer van Os is geuit ten aanzien van de gang van zaken. Volgens onze gegevens is hier nl. sprake van een zeer merkwaardige procedure. Sommige mensen stonden b. v. al op het lijstje zonder te weten dat zij gevraagd zouden worden. Op zichzelf is dat natuurlijk al merkwaardig. Verder zijn personen voorgedragen, die ongeacht hun kwaliteiten op allerlei gebied door het desbetreffend oudercomité kennelijk niet gezien wor den als vertegenwoordigers van ouders met schoolgaande kinderen, hetgeen toch wel een eerste vereiste mag worden genoemd. Een en ander blijkt nl. uit een voor ons liggend stuk van het genoemde oudercomité. De grote vraag is ook of de Diocesane Ouderraad werke lijk contact heeft en heeft gehad met een aantal bij het katholiek onderwijs actieve oudercomité's. Ik heb uit een aantal opmerkingen nl. menen te moeten beluisteren dat de ouders nog niet goed geor ganiseerd zijn. Naar mijn mening bestaan op verschillende plaatsen in Breda actieve oudercomité's, die volgens onze inlichtingen inder daad niet op de hoogte waren van de gehele gang van zaken en die op dat moment dus niet in staat waren hierop alert te reageren. In verband met een stuk democratisering, die hierin had kunnen zitten, is dit inderdaad een gemiste kans. Wij betreuren dat natuurlijk in hoge mate. Wij moeten nu eigenlijk iets sanctioneren, dat naar ónze mening in principe volkomen onjuist is. Mevrouw Willems heeft opgemerkt dat wij als raad daaraan niets kunnen doen. Het zou natuurlijk wel kunnen als wij op grond van deze principiële bezwaren zouden zeggen dat het stuk op dit moment niet doorgaat. De ouder- comité's zouden dan de kans krijgen om alsnog hun zegje te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 25