279 20 MAART 1972 om een niet-plaatselijke zaak gaat. Wij hebben al eens gezegd dat het op onze weg ligt een steentje bij te dragen als de provin ciale of rijksoverheid verstek laten gaan. De financiële fout die de Heer Geene zo duidelijk heeft uiteengezet is voor iemand die in de bouwwereld thuis is en die weet hoe in het verleden al met prio riteiten is gehannest niet verwonderlijk. Het is voor ons te meer reden om in te grijpen. Met vreugde heb ik vastgesteld dat de heer Geene zo'n respect heeft voor de kleine gemeenten waar men zo actief is. Ik hoop dat onze grote gemeente die activiteit zal weten te benaderen en misschien wel voorbij te streven. Ik wil erop wijzen dat wij niet alleen op het gebied van gemeen telijk werk actief moeten zijn. Er zijn ook werken van het rijk. Er zijn in Breda bouwvergunningen verstrekt voor gebouwen die niet worden gebouwd. Dergelijke objecten zouden zeker kunnen worden gebruikt om de werkloosheid in de bouwwereld, waar de grootste werkloosheid heerst, te bestrijden. Ik wil hierbij nog opmerken dat de cijfers, die u van het arbeidsbureau krijgt, niet volledig zijn. Dat is geen verwijt aan het arbeidsbureau, want daar kan men er niets aan doen. Er zijn veel werkgevers die hun goede krachten aanhouden om hen beschikbaar te hebben als het getij keert. In feite zijn deze mensen echter werkloos. Gisteren hebt u tijdens een televisie-uitzending kunnen horen dat de arbeidsbureaus slechts 13% van de mensen weer aan een baan helpen. Wij kunnen daaruit zien hoe moeilijk het zal zijn het grote aantal mensen straks weer aan werk te helpen. Ten slotte wil ik er nogmaals bij u op aandringen ervoor te zor gen dat de rijksoverheid de werkloosheid behoorlijk bestrijdt. Zo lang wij het plan van de arbeid hebben gekend is het gebruikelijk ge weest dat het rijk, in tijden van malaise, werk in uitvoering nam om de werkloosheid te verminderen. Deze regering schijnt deze methode niet te kennen of niet te willen hanteren. De heer AMERICA: Op pagina 2 van uw preadvies staat: "Van femeentewege wordt er steeds zorg voor gedragen dat een zo uitge reid en gevarieerd mogelijk werkenbestand aanwezig is". In de toegevoegde lijst vind ik het heel merkwaardig dat onder punt 15 wordt gesproken over rijwiel- en voetgangerstunnel Biesdonk. Ik heb daarover in deze raad al verschillende keren gesproken en ik heb steeds gewezen op de noodzaak van deze tunnel. In november van het vorig jaar is mij bij de behandeling van de begroting duidelijk geworden dat bij de prioriteitsstelling deze voetgangerstunnel uit het investeringsplan is gehaald. Mijn vraag is dan ook waarom die tun nel niet op dat moment ook uit het overzicht is gehaald. U stelt namelijk dat de gemeente weinig invloed heeft bij de keuze, maar ik meen te mogen begrijpen dat u zeker invloed hebt op de samen stelling van de lijst waaruit de keuze moet worden gemaakt. Het lijkt mij dan ook noodzakelijk dat u er niet alleen voor zorgt dat er een dergelijke lijst bestaat, maar ook dat die lijst geregeld wordt aangevuld. U hebt ons er overigens van overtuigd dat er een dergelijke lijst is. Op pagina 4 onderaan van uw preadvies lees ik dat de vragen a, c en d in de praktijk reeds worden uitgevoerd. Ik weet niet hoe ik dat moet begrijpen. Ik hoop dat de lijst die u ons hebt doen toe komen op zeer korte termijn zal worden vervangen door een lijst die in overeenstemming is met het investeringsplan dat door de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 279