283
20 MAART 1972
werkte investeringsplannen te schrappen. Bij dit laatste gaat het
dus om posten uit oude investeringsplannen die in de nieuwe niet
meer voorkomen. Ik wil hier met name het woord "wellicht" ge
bruiken, omdat de mogelijkheid bestaat dat wij dan posten schrap
pen die wij in een latere fase willen uitvoeren.
Mevrouw van Nes heeft gevraagd die lijst in de eerstvolgende
vergadering van de afdeling openbare werken aan de orde te stel
len. Zij trapt daarmee een open deur in, want op voorstel van de
voorzitter van die afdeling is besloten die lijst voor de volgende
vergadering op de agenda te zetten.
Ik behoef weinig toe te voegen aan het betoog van de heer
Geene. De heer Geene had ook moeite met het gedeelte van het
preadvies dat ik zojuist heb gecorrigeerd. Ik hoop dat hij als ge
volg van die correctie er geen problemen meer mee heeft. Voorts
heeft de heer Geene de situatie bij het besteksklaarmaken duide
lijk gemaakt. Hij pleitte voor contacten van het bestuursorgaan
met de subsidiërende instantie. Ik kan hem toezeggen dat net col
lege ten aanzien van de contacten met de provincie en het rijk
attent zal zijn binnen het kader van de mogelijkheden. De con
tacten zullen via de wethouder van openbare werken lopen.
Mevrouw jager heeft al antwoord gekregen op haar vraag de af
deling te informeren. Dat zal gebeuren met ingang van de volgende
vergadering van de afdeling voor openbare werken. Dit moet worden
gezien in het kader van haar tweede opmerking, waarin zij erop
aandrong ervoor te zorgen dat de lijsten bij zijn. In haar eerste
opmerking zei zij dat deze procedure gevaarlijk is. Dat is inder
daad het geval. Er zitten bijzonder veel haten en ogen aan deze
procedure. Het is mogelijk dat wij wel eens zaken naar de pro
vincie toedragen, terwijl er nog geen raadsbesluit aan ten grondslag
ligt.
Ik kan niet precies terugvinden in welte context de heer Jansen
zijn opmerking over de haring en het kuit maakte. Hij heeft ge
zegd dat hij een vorige maal een aantal vragen heeft gesteld en
dat de beantwoording van die vragen in het preadvies zou worden
opgenomen. Ik kan mij een dergelijke toezegging niet herinneren.
De heer JANSEN: U hebt het wel gedaan!
Wethouder VAN DUN: Ik kan het mij niet realiseren, maar als
het is gedaan is dat voor de heer Jansen meegenomen. Wij hebben
niets met opzet opgenomen of weggelaten; wij hebben alleen maar
getracht in dit stuk zo veel mogelijk informatie op te nemen.
De heer JANSEN: Dan had u het erbij moeten doen.
Wethouder VAN DUN: Wij hebben het gedaan of wij hadden het
erbij moeten doen, één van beide was mogelijk geweest. Misschien
kan de heer Jansen daarover in tweede instantie wat duidelijker
zijn.
Er is steeds contact geweest met de directeur van het geweste
lijk arbeidsbureau. De heer Jansen heeft wat moeilijkheden met het
bedrag van 20 miljoen waarover misverstanden bestaan. Hij kwa
lificeerde Breda als een zwart schaap.