284 20 MAART 1972 De heer Kramer heeft gewezen op het belang van actuele in formatie vanuit de gemeente. Ik heb die opmerking al onderstreept en ik heb toegezegd dat dit zal gebeuren. Ik heb de heer Froger al gezegd dat het wat moeilijk is hern te beantwoorden omdat hij zich op nationaal politiek terrein heeft begeven. Hij pleitte voor grotere activiteit van de grotere gemeen ten. Die activiteiten zouden groter moeten zijn dan de activiteiten van de kleinere gemeenten. Misschien gaat het hier om een coih- cidentie, maar in West-Brabant is het grootste percentage werk lozen niet in de grote gemeenten te vinden. De werklozen worden vooral gevonden in de kleinere gemeenten die een grotere kans heb ben op toewijzing in D. A. C. W.-verband dan Breda. De heer FROGER: Ik heb erbij gezegd dat er ook onduidelijke werkloosheid was. Ik heb de cijfers betwist. U kent ook de historie van de pendel. Ondanks alle inspanningen van het arbeidsbureau krijgen wij een onzuiver beeld. Wethouder VAN DUN: Wethouder de Raaff kan bevestigen dat de cijfers zijn geproduceerd onder verantwoordelijkheid van het gewes telijk arbeidsbureau en niet onder de verantwoordelijkheid van het college. De Biesdonktunnel is indertijd opgevoerd omdat deze tunnel op het investeringsplan stond. De tunnel wordt op deze lijst gehand haafd omdat hij indertijd is aangemeld. Wij kunnen overwegen deze tunnel op de lijst te handhaven omdat hij er ooit eens zal moeten komen. In overleg met de afdeling openbare werken zou kunnen worden overwogen deze tunnel van de lijst te schrappen en er wer ken voor in de plaats te zetten die binnen twee of drie jaar urgenter zijn. De heer America, die hierover heeft gesproken, moet zien er wel van bewust zijn dat deze lijst in de afdeling openbare werken nader aan de orde zal komen. Samenvattend wil ik allereerst opmerken dat het college persis teert bij zijn mening over het al dan niet urgent zijn niet al te lang te praten. De informatie bij de behandeling van de Kennedybrug is niet onjuist geweest. Wij moeten constateren dat er door Breda geen beïnvloeding meer mogelijk is als de werken eenmaal in het werken- bestand zijn opgenomen. De punten a, c en d van het initiatief voorstel ontmoeten bij het college geen enkel bezwaar. Wij heb ben alleen bezwaar tegen punt b, waar wordt gezegd dat de lijsten met betrekking tot de prioriteitstelling in de afdelingen aan de orde moeten worden gesteld. De afdelingen hebben in dezen geen bevoegd heden en om die reden hebben wij de formulering gevonden die is opgenomen onderaan pagina 4 van het voorstel, waar staat dat het college bereid is de raadsafdeling te allen tijde de gewenste in lichtingen te geven en met de raadsafdeling over de problematiek dienaangaande van gedachten te wisselen. Wethouder DE RAAFF: Het geven van een antwoord is niet ge makkelijk. Ik heb tamelijk veel opgeschreven van wat de raadsleden naar voren hebben gebracht, maar de heer van Dun heeft al tamelijk veel meegenomen en het is nu de kunst niet al te veel in herha lingen te vervallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 284