288
20 MAART 1972
kelijk niet onze bedoeling en daarom ben ik niet dieper op deze
problematiek ingegaan.
Wethouder de Raaff heeft het probleem van de werkloze hoofd
arbeiders nader belicht, alsmede de mogelijkheden die bij de ge
meente bestaan voor het plaatsen van werkloze hoofdarbeiders. Hoe
wel ik zijn problemen zie, zou ik hem toch willen vragen de oudere
werkloze hoofdarbeiders niet te vergeten. Het gaat daarbij om men
sen die buiten het productieproces vallen en het zijn mensen die bij
een gemeente wellicht goede kansen hebben. Ik zou willen vragen
of een werkloze hoofdarbeider, die op een project in de gemeente
is ingezet, ook mee kan doen aan interne sollicitatie. Dat geeft
deze mensen wellicht de mogelijkheid in het gemeentelijk apparaat
te blijven.
De heer van Dun heeft een lang antwoord gegeven. Ik wil nog
even terugkomen op de lijsten. Ik kan de bezwaren niet helemaal
meevoelen. Het niet kunnen terugvinden van projecten in de in
vesteringslijst zou ik graag in de afdeling verder uit willen spin
nen. Het lijkt mij wat te ver gaan er hier verder op door te gaan.
De wethouder heeft wel meegedeeld dat de werken op die lijst
besteksklaar moeten zijn. Het merendeel van de projecten op de
lijst is niet in de raad behandeld. Over die projecten zijn door de
raad geen besluiten genomen. Betekent dat dat die projecten toch
besteksklaar bij openbare werken gereed liggen? Eigenlijk zou dat
het geval moeten zijn. Ik zou dat graag van de wethouder willen
horen en verder reken ik erop dat wij hierop in de afdeling uit
voerig zullen kunnen ingaan.
Over de kwestie urgent en niet-urgent wil ik niets meer zeggen,
want de heer Crul heeft dat al gedaan. Wij blijven daarover van
mening verschillen.
De heer JANSEN: Met betrekking tot het antwoord van wethouder
van Dun met betrekking tot de actieve werkgelegenheidsbevordering
moet ik zeggen dat ik het een plicht van het college vind alle
mogelijkheden te onderzoeken en op dit gebied een adequaat actief
beleid te voeren.
Wethouder de Raaff heeft al veel gedaan met de brief die hij
inmiddels van het arbeidsbureau heeft ontvangen. Het college onder
schrijft de door de directeur gedane suggesties. Ik geloof ook dat de
wethouder naar aanleiding hiervan al contact heeft opgenomen met
een aantal instanties. De wethouder noemde het arbeidsbureau en
ik zou graag willen weten met welke instanties hij hierover nog
meer contact heeft opgenomen.
Met betrekking tot de hulp aan de hoofdarbeiders zag de wethouder
alleen maar een mogelijkheid in hulp bij sollicitatie. Er zijn nog
enkele andere punten, zoals het voorkomen dat de mensen achter
uitgaan qua arbeidsgeschiktheid, terwijl ook het psychische effect
niet moet worden onderschat. Voorts kunnen zij werkzaamheden
verrichten waarin bij de gemeente een grote achterstand is ont
staan. Onder de werkzoekenden zijn zonder twijfel mensen die
speciale bekwaamheden hebben. Bovendien meen ik te weten dat
de minister in een aantal mij bekende gevallen telkens verlenging
van de termijn van een half jaar heeft toegestaan.
Ik hoop voorts dat de nota, waarover de heer van Graafeiland
sprak, zo vlug mogelijk komt.