290 20 MAART 1972 over deze problemen moeten spreken. De gemeente Breda heeft daar als zodanig weinig mee te maken. De heer FROGER: Hoe kan dat nu toch, als je geen werk hebt en als daar het beleid op wordt gericht... De heer GEENE: Ik heb in eerste instantie duidelijk gezegd dat er voldoende bouwprojecten "in de sluis" zitten om alle werkloze bouwvakarbeiders in Brabant aan werk te helpen. Het is alleen noodzakelijk dat de gemeenten in staat worden gesteld de nodige geldleningen af te sluiten ter financiering van cfie bouwwerken. Als de bestedingsbeperking zou worden opgeheven... De heer FROGER: Wie is daar de oorzaak van? De heer GEENE: Dat is een zaak van de regering, maar ik wens mij vanavond niet uit te spreken over het regeringsbeleid. Men wil daar kennelijk op aan, maar ik doe daar niet aan mee. Wij zullen dit in veel breder verband moeten bezien. De heer VAN DUIJL: Het antwoord van de wethouder heeft mij aanleiding gegeven om een vraag te stellen. Volgens de wethouder is de lijst, die ons is verstrekt, een overzicht van de ingediende plannen voor aanvullende werken van de dienst voor openbare wer ken. De heer Geene heeft duidelijk gemaakt dat deze werken zeven fasen moeten doorlopen. Vooral vanwege het feit dat er op deze lijst werken voorkomen die dateren van 1959 vraag ik mij af in welke fasen deze werken zich bevinden. Dat is natuurlijk heel be langrijk, omdat een werk, als men het wil uitvoeren, besteksklaar moet zijn. Als het om werken gaat die nog geen van alle besteks klaar zijn, zal het heel moeilijk zijn aan deze werken als aan vullend werkobject snel te beginnen. Ik zou dan ook graag van de wethouder willen weten in welk stadium deze werken zich bevinden. Ik kan mij voorstellen dat het voor de wethouder moeilijk is op dit moment een antwoord te geven, maar het is voor de raad toch zeer belangrijk te weten hoe het hiermee staat. De heer KRAMER: Ik heb begrip voor de opmerking van wet houder de Raaff dat hij veel aantekeningen heeft. Mag ik hem niettemin herinneren aan mijn vraag over het functioneren van de regionale raad voor de arbeidsmarkt? Ik zou op die vraag nog graag antwoord van hem krijgen. Wethouder van Graafeiland heeft een nota aangekondigd, die over de werkgelegenheid zal handelen. Ik vind dat heel mooi, maar ik hoop dat die nota niet alleen maar economie zal bevatten. Ik hoop dat sociale zaken er ook aan te pas zal komen. Ik heb geen behoefte aan de motie-Crul, nu ik de toezeggingen van het college heb gehoord. Ten aanzien van de motie-Froger wil ik opmerken dat men na tuurlijk bezwaar mag hebben tegen bepaalde onderdelen van het rijksbeleid. Ik vraag mij echter af of de raadszaal de juiste plaats is om daarover een uitspraak te doen. Wij hebben onvoldoende ge gevens. Ik kan dan ook niet meegaan met de motie van de heer Froger.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 290