295 20 MAART 1972 VOOR stemmen de heren van Os, Crul, Mensen en America, mevrouw Willems en mevrouw van Nes. Vervolgens wordt de motie-Froger in stemming gebracht en met 24 stemmen tegen en 12 stemmen voor verworpen. TEGEN stemmen de heer Gielen, mevrouw jager, de heren Ame rica, Dees, Kramer, Goos, Koertshuis, Broeders, Spanjer, Biemans, van Merkom, Sandberg en van Loon, mevrouw van Rooij, de heren Jansen en Kroon, mevrouw Stockmann en de heren van Duijl, Geene, van Graafeiland, van Banning, Taks, van Dun, de Raaff en van Cau- lil, VOOR stemmen de heren Crul, Mensen, Severens en Froger, me vrouw Willems en mevrouw van Nes en de heren von Schmid, Mans, Jansen, van Os, van Overveldt en Brooimans. 28.Bijlage nr. 110. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN PLAN TOT VERGROTING VAN DE PRO- DUKTIE VAN HET GEMEENTELIJK WATERBEDRIJF EN TOT HET VERLENEN VAN HET DAARBIJ BEHORENDE VOORBEREIDINGS- KREDIET, VAN EEN KREDIET VOOR AANLEG VAN HET EERSTE GEDEELTE VAN DE TRANSPORTLEIDING VAN DORST NAAR BREDA EN TOT HET ONDERHANDS AANBESTEDEN VAN DEZE AANLEG. De heer KRAMER: Op pagina 5 wordt in punt 5 gesproken over de onderhandse aanbesteding. Het totale object is mijns inziens geen specifiek object. Er zijn misschien enkele specifieke onderdelen, maar het geheel is geen specifiek object. Ik zou graag zien dat in dit ge val wordt overgegaan tot een normale vrije aanbesteding. Voor het overige ga ik akkoord met uw voorstel. De heer VAN LOON: Ik zou ten aanzien van dit voorstel willen vragen of er overleg over is gepleegd met de Noordwest-Brabantse Waterleidingmaatschappij en wat het resultaat van dat overleg is geweest. De heer VAN DUIJL: Ik ga geheel akkoord met uw voorstel, maar ik zou graag een kleine technische toelichting willen hebben. Op pagina 4 van uw voorstel wordt gesproken over de prognoses van het waterverbruik. In de tweede kolom wordt in een reeks cijfers de toeneming van het waterverbruik weergegeven. Tussen 1973 en 1974 wordt een toename van 0,8% verwacht, vervolgens tussen 1974 en 1975 een toename van 0,4% terwijl daarna de toename van het verbruik steeds 0, 2% of 0, 3% is. Er is tussen 1974 en 1975 een sprong te zien en ik zou graag willen weten waardoor die sprong wordt ver oorzaakt. Ik hoop overigens dat het krediet zeer spoedig zal worden ver strekt omdat de uitvoering van dit project een welkome aanvulling van de werkgelegenheid zal zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 295