303 20 MAART 1972 eenkomst met de n. v. Sportfondsenbaden aan te gaan. Ik hoop dat de wethouder mij toe wil zeggen dat wij daarover zullen worden geïnfor meerd. Dit alles neemt niet weg dat wij verheugd zijn over het feit dat het zwembad in noord waarschijnlijk zekerder en sneller tot stand zal kunnen komen dan wij aanvankelijk verwachtten. Dat is namelijk de kern van de hele kwestie. Tenslotte zou ik graag willen weten of voorstel 34 in het gedrang komt als wij nog geen overeenkomst met de n.v. Sportfondsenbaden hebben gesloten. De heer VON SCHMID: Op mij rust de taak aan te duiden wat de dubbelfractie over dit voorstel in het algemeen denkt, afgezien van de vragen die terecht door de heer Koertshuis zijn gesteld. Naar ons oor deel verkeert Breda op het gebied van zwemgelegenheden in hoge nood. In de wintermaanden is de bestaande zwemgelegenheid volkomen on voldoende en daarom achten wij het een positieve stap dat het college deze nieuwe mogelijkheid aan ons voorlegt. Daar wil ik aan toevoegen dat bij een keuze tussen de verschillende mogelijkheden niet moet wor den afgegaan op het antwoord op de vraag welke mogelijkheid het best exploitabel is, hoe belangrijk de exploitatiemogelijkheden op zichzelf ook zijn. Allereerst zullen wij ons moeten afvragen wat Breda aan zwem gelegenheid het meest nodig heeft. Tenslotte wil ik opmerken dat het jammer is dat de vorige plannen de mist zijn ingegaan, maar laten wij niet teveel omkijken in wrok. Wij moeten doorgaan met de nieuwe plannen en proberen Breda te verlossen van de nood op het gebied van zwemgelegenheid Wethouder MANS: Ik ben blij dat ik ook van de kant van de raad heb gehoord dat het vooral gaat om een zwembad in Breda-Noord. Dat moeten wij ons goed realiseren, en dat is het "Leitmotiv" van de stuk ken die de raad zijn voorgelegd. Via de samenwerking met de n.v. Sportfondsenbaden hebben wij de mogelijkheid op korte termijn een zwembad in Breda-Noord te realiseren. Wij zijn met deze alternatieve plannen gekomen, omdat de raad er zelf om heeft gevraagd, maar vooral omdat het feit dat men kan be schikken over alternatieven de kans op realisering van een zwembad ver groot. Ik hoop dat het duidelijk is waarom dat het geval is. Ik hoop dat daarover geen misverstanden bestaan. Wij doen nu geen keuze, maar als wij te zijner tijd een keuze doen, zal het vooral ook van belang zijn of het nadelige saldo budgettair kan worden opgevangen. De consequenties voor de begroting zullen beperkend zijn voor de keuze. Wij kunnen dat al dan niet jammer vinden, maar het is een realiteit. Ik hoop dat het de raad uit de stukken duidelijk is geworden dat op dit moment de definitieve keuze niet aan de orde is, maar eerst als de alternatieven uitgewerkt en aangekleed met cijfers op tafel zijn gekomen. Ik wil er geen onduidelijkheid over laten bestaan dat bij de keuze die te zijner tijd zal moeten worden gemaakt, ook het oorspron kelijke plan een rol meespeelt, eventueel in een vereenvoudigde op zet. De reeds betaalde voorbereidingskosten spelen bij de keuze dus ook een rol. Het zou te gek zijn als dat niet het geval zou zijn. Het zal de raad ook duidelijk moeten zijn dat van de reeds betaalde voor bereidingskosten niets of slechts een gedeelte zal kunnen worden mee genomen als wij een ander bad gaan bouwen dan het 50-meterbad dat aanvankelijk was gepland. Daarmee is in grote lijnen de informatie gegeven. Het is globale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 303