314 20 MAART 1972 lichting aan de burgers? Mijn tweede vraag betreft de aanleg van parkeerhavens. Het streven is erop gericht in aansluiting op de herbestrating van enkele straten in de stad parkeerhavens te doen aanleggen. De beslissing over aanleg van parkeerhavens is voorbehouden aan het college. Ik wil daar over twee vragen stellen. In de Dillenburgstraat is hedenmorgen be gonnen met het uitvoeren van werkzaamheden om enige parkeerhavens aan te leggen. Het collegebesluit hierover was, naar ik vernam, nog niet genomen en inmiddels zijn de werkzaamheden gestaakt. Ik ver zoek u er zorg voor te dragen dat werkzaamheden, die door het colle ge of de raad moeten worden goedgekeurd, niet op voorhand worden aangevat. Voorts verzoek ik u mee te delen welke normen worden ge hanteerd bij het beslissen over het aanleggen van parkeerhavens in het kader van herbestrating. Welke inspraak hebben de bewoners dienaan gaande en met betrekking tot het versmallen van de trottoirs? De heer KRAMER: Mede namens de heer Sandberg wil ik naar aanleiding van de door wethouder Van Dun gedane mededelingen bij de behandeling van het voorstel parkeerterrein Vriens in de vorige raads vergadering vragen ons nader te informeren over de bibliotheekplannen. De heer VAN OS: Er is vele malen geconstateerd dat er een af stand bestaat tussen bestuurders en bestuurden. Des te meer verheugend is het dat er somtijds burgers zijn die brieven schrijven aan het college. Daarbij komt het voor dat een antwoord van de zijde van de gemeente zeer lang op zich laat wachten, van maanden tot soms meer dan een jaar. In verband daarmee wil ik vragen welke procedure er wordt ge volgd bij het beantwoorden van brieven van burgers. Wil het college toezeggen onmiddellijk na het binnenkomen van een brief een kennis geving van ontvangst te zenden en de briefschrijver bij lang uitblijven van een definitief antwoord regelmatig op de hoogte te houden van de stand van zaken? De heer GOOS: Op verzoek van het oud-raadslid de heer Goos- sens ben ik voor de aanvang van deze raadsvergadering een bezoek gaan brengen aan de speelgelegenheid in Belcrum. Die speelgelegenheid ligt tussen de Leeuwerikstraat, de Vinkenstraat en de Veestraat. De speel gelegenheid verkeert in zeer slechte toestand. De rolschaatsbaan is vrijwel onbruikbaar, de zandbak ligt vol met brokken steen. De betonnen riool buizen die er staan opgesteld zijn zeer gevaarlijk. De beplanting moet opnieuw worden aangepast. Al met al is het een minder goede speel plaats voor de jeugd in Belcrum. Ik zou u willen vragen of er op korte termijn verandering zou kunnen komen. De VOORZITTER sluit te 22.25 uur de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 314