319
13 APRIL 1972
brief binnengekomen is van mevrouw Stockmann. Deze brief, die zij
geschreven heeft ingevolge artikel 17 van het reglement van orde, heb
ik u per schrijven van 7 april 1972 doen toekomen. Ik wil u eveneens
herinneren aan brieven van het college van burgemeester en wethou
ders, die u op 6, 7 en 12 april j. 1. bereikt hebben. Het lijkt mij het
meest voor de hand liggend dat mevrouw Stockmann, die de interpel
latie heeft aangevraagd, als eerste het woord voert; het woord is aan
mevrouw Stockmann.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Ik ben blij dat u ge
legenheid geeft om te spreken over een onderwerp, dat ons allen zo
ter harte gaat. Als Bredanaars voelen wij ons natuurlijk ten nauwste
betrokken bij en bezorgd over de recente gebeurtenissen in Breda. De
voorgenomen sluiting van de ENKA-vestiging komt in Breda hard aan.
Niet alleen de 1700 werknemers zijn rechtstreeks bij een eventuele
sluiting van het bedrijf betrokken, maar ook hun gezinnen. De moei
lijkheden bij de toeleveringsbedrijven zijn verder ook niet te onder
schatten. In feite is het aantal gedupeerden dan ook veel groter dan
1700. Van deze plaats wil ik duidelijk stellen dat de gehele Bredase
gemeenschap met hen meeleeft. Het ENKA-bedrijf is goed geoutilleerd
en modern van opzet. Vele werknemers die al jarenlang bij de ENKA
werken - dit jaar zouden er 60 jubilea gevierd worden - zijn door zelf
studie en zelfwerkzaamheid tot hogere functies opgeklommen. Hierbij
is echter vaak sprake van een zekere bedrijfsspecialisatie. Hun ambitie
voor het werk blijkt uit hun grote mentale kracht. De 1700 werknemers
zijn nl. toch nog in staat om hun werkzaamheden onder deze omstan-
digheden te verrichten. Weliswaar las ik in de krant dat het moeizaam
gaat en ik kan dat ook volkomen begrijpen, maar doorwerken is voor
het bedrijf wel het mogelijke behoud. De werknemers in het bedrijf
worden goed betaald; dit houdt vooral verband met de ploegendienst.
Jaarlijks wordt er 30, 000. 000, -- aan lonen uitbetaald. Bij navraag
is gebleken dat het loon voor een werknemer in 4-ploegendienst ruim
f 18. 000, per jaar bedraagt. Het zal niet zo gemakkelijk zijn om
op dit niveau vervangende werkgelegenheid te vinden. Een en ander
zal dan ook van invloed zijn op de Bredase economie.
Het zoeken naar vervangende werkgelegenheid houdt ook in dat
er omgeschoold moet worden. Voor jongere werknemers zal een der
gelijke omscholing misschien geen bezwaar opleveren; voor de ouderen
ligt het niet zo eenvoudig. Voor alle werknemers houdt omscholing
echter in dat zij weer van onderaan de ladder zullen moeten beginnen.
Bijzondere aandacht zullen wij moeten hebben voor de individuele pro
blemen van de 220 oudere werknemers. De mogelijkheden tot plaatsing van
een oudere werknemer zijn niet zo groot; dit blijft een grote zorg. Is het
juist dat ten aanzien van deze werknemers de 35%-regeling van toepas
sing is? De plaatsingsmogelijkheden zouden door het toepassen van de
ze regeling bevorderd kunnen worden. Het is duidelijk dat het college de
ze zorg deelt; het heeft op adequate wijze gehandeld en in deze korte
spanne tijds veel werk verzet. Uit de nota die ons gisteren bereikte is
dit gebleken. Tussen 5 april, de dag waarop de jobstijding ons bereik-
te, en vandaag heeft het college reeds veel voorbereidend werk verricht.
Het college moest wel met de mogelijkheid van sluiting rekening hou
den; toch moet eerst de vraag gesteld worden of het onheil nog te ke
ren is. Kan het college zoveel druk op de regering uitoefenen dat de
regering samen met het AKZO-bestuur tot een alternatief plan tracht
te komen9 Het AKZO-bestuur heeft zich nu bereid verklaard alle stukken