321
13 APRIL 1972
sluiting van ENKA, Breda, Alles samenvattend wil de raad u de volgen
de motie aanbieden:
"NA MET ONTSTELTENIS KENNIS TE HEBBEN GENOMEN VAN HET
VOORNEMEN VAN HET AKZO-BESTUUR OM HET ENKA-BEDRIJF IN
BREDA TE SLUITEN VERZOEKT DE RAAD HET COLLEGE OM TIJDENS
HET GESPREK DAT BINNENKORT MET DE MINISTERS VAN ECONO
MISCHE EN SOCIALE ZAKEN PLAATSVINDT OVER DIT VOORNEMEN
VAN HET AKZO-BESTUUR TE STELLEN:
a. DAT DE REGERING TRACHT TEZAMEN MET HET AKZO-BESTUUR
EEN ALTERNATIEVE OPLOSSING TE VINDEN, ZODAT DIT GOED-
GEOUTILLEERDE BEDRIJF NIET WORDT GESLOTEN ZOLANG NIET
DOORSLAGGEVEND IS AANGETOOND EN BEWEZEN DAT DIT
NOODZAKELIJK IS,
b. DAT INDIEN ONVERHOOPT TOCH TOT SLUITING ZOU MOETEN
WORDEN OVERGEGAAN HET SLUITINGSSCHEMA FLEXIBEL GEHOUDEN
MOET WORDEN, IN VERBAND MET HET TEMPO WAARIN AAN HET
PERSONEEL ANDERE OPLOSSINGEN KUNNEN WORDEN GEBODEN.
c. DAT BIJ HET ZOEKEN NAAR VERVANGENDE WERKGELEGENHEID
DOOR DE SPECIFIEKE BEGELEIDING BIJ DE HERPLAATSING VAN
DE WERKNEMERS DE MAATSCHAPPELIJKE EN SOCIALE OMSTAN
DIGHEDEN VEILIGGESTELD MOETEN WORDEN EN DAT VOORAL
DE GROOTST MOGELIJKE ZORG BESTEED MOET WORDEN AAN
DE PROBLEMEN EN HERPLAATSING VAN WERKNEMERS BOVEN DE
50 JAAR, WAARBIJ OOK VOOR DE NOG OUDERE WERKNEMERS DE
FINANCIËLE VEILIGSTELLING, O.A. IN DE VORM VAN EEN WACHT
GELDREGELING, MOET WORDEN GEGARANDEERD. HET AKZO-
CONCERN ZAL ZICH BEREID MOETEN VERKLAREN OM VAKBON
DEN EN BEVOEGDE ANDERE INSTANTIES BETREFFENDE DEZE GANG
VAN ZAKEN REGELMATIG INZAGE TE GEVEN.
d. DAT EEN INTERDEPARTEMENTALE WERKGROEP IN SAMENSPRAAK
MET RIJK, PROVINCIE, REGIO EN BETROKKENEN DE PROBLEMA
TIEK IN BREDA ZAL ANALYSEREN, ZODAT DOOR MIDDEL VAN
DIT ONDERZOEK ZAL BLIJKEN VOOR WELKE SPECIALE AANVUL
LENDE REGELINGEN BREDA IN AANMERKING KOMT, WELKE VES-
TIGINGSFACILITEITEN NODIG ZIJN OM TOT EEN ACTIEVER IN
DUSTRIALISATIEBELEID TE KUNNEN KOMEN, SPECIAAL VOOR
BREDA, MAAR OOK VOOR DE REGIO WEST-BRABANT, EN IN
HOEVERRE DE MOGELIJKHEID BESTAAT RIJKSDIENSTEN IN BRE
DA TE VESTIGEN".
Deze motie is ondertekend door alle fractie-voorzitters van de raad.
De VOORZITTER: Ik kan mij ontslagen achten van voorlezing
van de motie. De motie zal uiteraard onderdeel uitmaken van de
beraadslagingen.
De heer SANDBERG: Bij het vernemen van de sluiting van dit
bedrijf was de eerste reactie van onze fractie - ik meen dat oprecht -
eerder ingegeven door emotie dan door iets anders. In een eerste op
welling hebben wij het drama geschetst als een vernietigende slag
voor de werkgelegenheid in de stad Breda en de regio. Het beteken
de in onze ogen niet alleen een aanslag op de werkgelegenheid, maar
