327
13 APRIL 1972
op de hoogte komen van dreigende sluitingen. Misschien neemt men
deze taak als vanzelfsprekend aan, maar ik zou het toch wel plezierig
vinden als een en ander nog eens duidelijk zou kunnen worden uitge
sproken. Het lijkt mij nl. zeer belangrijk om niet opnieuw door een
dergelijke gebeurtenis verrast te worden. Zelfs al zou men onder ge
heimhouding over een dreigende sluiting worden ingelicht dan kan
men zich toch tijdig beraden over speciale maatregelen die als het
eenmaal zover is genomen zullen moeten worden om de zaak op te
vangen. Wij zijn enigszins bevreesd dat Breda op dit gebied nog niet
het laatste beleefd zal hebben. Wij zijn er zeker niet van overtuigd
dat geen andere bedrijfssluitingen zullen kunnen plaatsvinden en wij
zouden dan ook graag zien dat de stuurgroep zich als het ware met
het verkennen van de zaak zou bezighouden. Tenslotte wil ik in dit
verband nog een opmerking maken, die mij toch wel van actuele bete
kenis lijkt. In het informatiebulletin van januari/februari 1972 is op
bladzijde 13 de verzuchting van de directeur van het Gemeentelijk
Arbeidsbureau opgenomen dat het arbeidsbureau nieuwe stijl nog niet
gereed is; gebouwen, outillage, mankracht en mentaliteit voldoen
nog niet aan de in dit verband te stellen eisen. Gezien tegen de ach
tergrond van de gebeurtenissen van de afgelopen week kan deze ver
zuchting zelfs wel een noodkreet worden genoemd. Mijns inziens zal
aan deze situatie zo snel mogelijk een eind moeten worden gemaakt
en zal het college maatregelen moeten overwegen om door middel
van een juiste bemanning en uitbouw in dit arbeidsbureau nieuwe stijl
te voorzien. Juist in een periode van teruglopende economie kan een
dergelijk arbeidsbureau bij de bestrijding van de werkloosheid en de
opvang van de betrokkenen enorm belangrijk zijn.
De heer FROGER: U zult niet verwachten dat ik op dit moment
nog iets toevoeg aan de betogen van de vorige sprekers. Wel wil ik
de hoop uitspreken dat iedereen die zich met de noodsituatie bezig
houdt en dergelijke rampen tracht te voorkomen een formulering van
Dr. Ir. IJdo, de grote bedrijfsspecialist, ter harte zal nemen. Deze
formulering luidt: "Welzijn is verdriet voorkomen".
De heer JANSEN: De situatie, waarmede wij geconfronteerd worden,
is niet alleen triest, maar ook enigszins onbegrijpelijk. ENKA Breda maakt
met haar hoog-gekwalificeerde producten de meeste winst van de gehele
nederlandse AKZO-groep. ENKA Breda is een vooruitstrevend bedrijf en
is als centraal punt voor de gehele expeditie van AKZO gekozen. Het
personeel van ENKA Breda is verbijsterd over de voorgenomen sluiting;
het heeft te maken gekregen met een beslissing die nog niet eerder genomen
is. Het AKZO-concern neemt immers een maatregel, waarmede het zich
zelf benadeelt. Moet die maatregel misschien gezien worden als een aan
zet om de gehele nederlandse gemeenschap op de knieën te krijgen? Wij
zullen met de voorgenomen sluiting niet accoord mogen gaan en zullen met
klem moeten protesteren. Dit is het begin van de sluitingen en als wij dit
aanvaarden dan accepteren wij de eerste aanzet van vele bedrijfssluitingen
in Nederland, Onze verantwoordelijkheid in deze zaak houdt dus niet op
bij Breda, maar strekt zich uit tot de regio en eigenlijk tot geheel Ne
derland. Ik hoop dan ook dat het college van burgemeester en wethouders
zich nadrukkelijk tegen de voorgenomen sluiting zal verzetten, het voor
nemen nog niet als een feit ziet en alle mogelijkheden om de sluiting
te voorkomen zal onderzoeken. Ik onderschrijf de stappen die het col
lege heeft ondernomen om industrieën voor Breda aan te trekken volledig.