329
13 APRIL 1972
van de ENKA Breda, Namens het gemeentebestuur meen ik ook te moe
ten zeggen dat wij met de betrokkenen meeleven en dat in ons aller
belang zal worden getracht tot een oplossing van de bestaande proble
men te komen. Verschillende sprekers hebben er al op gewezen dat
niet alleen Breda, maar ook de regio en eigenlijk geheel West-Brabant
bij deze zaak betrokken zijn. Ik geloof met grote nadruk te moeten
zeggen dat de werkgelegenheidssituatie in Breda, regio en gewest on
bevredigend is. De mogelijkheden op wat langere termijn kunnen mis
schien iets positiever worden gewaardeerd, maar op dit moment zijn
de moeilijkheden uitzonderlijk groot, In dit verband lijkt het mij van
betekenis dat een analyse wordt gemaakt van de structurele knelpunten
die in de regio en het gewest ongetwijfeld bestaan en het stadsbestuur
zal hiertoe zeker initiatieven ontplooien. Het spreekt vanzelf dat hier
bij andere belangen niet uit het oog mogen worden verloren. Wat is
in een dergelijke situatie nu de taak van het stadsbestuur? Ten aan
zien van vele zaken, maar wel heel speciaal in dit geval geldt dat
het werk van het stadsbestuur gericht moet zijn op het bevorderen van
het welzijn van de bevolking. Ik geloof dat het heel duidelijk is dat
het stadsbestuur in dit kader een grote verantwoordelijkheid draagt voor
het realiseren van passende werkgelegenheid voor de inwoners. Ik meen
dus te mogen zeggen dat het beleid van het stadsbestuur gericht moet zijn
op het behoud, het herstel en het bevorderen van de werkgelegenheid.
Wat heeft het stadsbestuur in de afgelopen dagen gedaan? Er is al op gewezen
dat het stadsbestuur een stuurgroep heeft ingesteld; deze stuurgroep zal co-
ordinerend optreden en is eergisteravond reeds met grote voortvarendheid
aan het werk gegaan. Ik meen dat het instellen van de stuurgroep ook
naar de opvatting van de raad een juiste stap is geweest. Met betrekking
tot de stuurgroep is door de raad een tweetal vragen gesteld. Op de eer
ste plaats heeft de heer Von Schmid gevraagd of het attent zijn op drei
gende sluitingen ook niet tot de taak van de stuurgroep zou kunnen behoren,
In dit verband wil ik stellen dat de stuurgroep uiteraard een beperkte taak
heeft en mogelijk ook een kort leven beschoren is, maar in de vergadering
van eergisteravond is het punt van de dreigende sluitingen al aan de orde
geweest. Bij de installatie van de stuurgroep heb ik gezegd dat de stuur
groep, hoewel er sprake is van een beperking in taak en tijdsduur, zeker
aandacht zal schenken aan dit punt. De heer Crul heeft een vraag ge
steld over de samenstelling van de stuurgroep en daarbij terecht opge
merkt dat in sommige gevallen gesproken wordt over een vertegenwoor
diger en in andere gevallen over een vertegenwoordiging. Aan de hand
van de lijst wil ik de door de heer Crul gevraagde namen graag noemen;
1. De vertegenwoordiger van het provinciaal bestuur is de gedeputeerde
voor economische zaken, de heer Coppes.
2. Er is bewust gesproken over een vertegenwoordiging van het gemeen
tebestuur van Breda; de wethouders van economische en sociale zaken
hebben in de stuurgroep zitting,
3. De vertegenwoordiging van de regio Breda bestaat ook uit een tweetal
personen, te weten leden van het dagelijks bestuur; burgemeester
Reijnders van Zevenbergen en de heer Geene.
4. Ik wil even stilstaan bij de vertegenwoordiging van de vakorganisaties.
Ik heb uitvoerig overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van de
vakorganisaties. Dit overleg heeft tot resultaat gehad dat in ieder ge
val één vertegenwoordiger van de vakorganisaties, nl. de heer Jacobs,
de besprekingen van de stuurgroep zal bijwonen. Vóór de instelling
van de stuurgroep is al de afspraak gemaakt dat die vertegenwoordi
ging als het ware naar believen kan worden uitgebreid en ik heb de
overtuiging dat die vertegenwoordiging ook groter zal worden.