344
13 APRIL 1972
komst van de raden van Etten-Leur en Breda afhankelijk dient
te worden gesteld van de ontwikkelingen met betrekking tot de
bestuurlijke verhoudingen in West-Brabant.
j. Exploitatierekening maart 1972 van Het Turfschip N. V. te Breda.
Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 20 januari 1972)
De heer VAN MERKOM: ik wil vragen welke mogelijkheden het
college heeft voor het treffen van maatregelen om oude of nieuwe open
bare gebouwen gemakkelijk bereikbaar te maken voor gehandicapten.
Ik denk hierbij ook aan de nieuwbouw van het station. Zijn hiervoor
in de bouwverordening mogelijkheden opgenomen? Kan het college
verder nagaan of alle gemeentelijke openbare gebouwen in dit opzicht
optimale voorzieningen hebben en zo niet, wat wil het college hieraan
dan doen? Ik vraag mij bijvoorbeeld af of de trouwzaal in dit stadhuis
en het informatiecentrum gemakkelijk bereikbaar zijn.
ANTWOORD
Op grond van artikel 258a van de bouwverordening kunnen nadere eisen
worden gesteld ten behoeve van invaliden, aan niet tot bewoning be
stemde gebouwen, die dienen of mede dienen ter vervulling van maat-
schappelijke plichten, met betrekking tot:
a. de toegang van het gebouw;
b. de aanwezigheid van leuningen;
c. de afmetingen en de inrichting van een telefooncel.
De bouwverordening biedt geen mogelijkheid nadere eisen te stellen aan
bestaande bouwwerken ten aanzien van voorzieningen voor gehandicap
ten. Door de Nederlandse Spoorwegen zullen diverse voorzieningen
voor invaliden worden getroffen in het nieuwe stationsgebouw. Een
verzoek om bouwvergunning voor het stationsgebouw moet nog worden
ingediend. Met de adviserend arts de heer W. B. Camoenié van de
Stichting voor Revalidatie in Noord-Brabant werd tijdens een bespreking
ten kantore van de dienst van openbare werken op 31-8-1971 afgesproken,
dat zodra een plan voor de stichting van een openbaar gebouw e. d. bij
de dienst van openbare werken wordt gesignaleerd hiervan schriftelijke
melding gedaan wordt aan voornoemde stichting.
De Stichting voor Revalidatie zal de opdrachtgevende instantie vervol
gens in een vroegtijdig stadium benaderen en wijzen op de noodzakelij
ke voorzieningen, welke dienen te worden aangebracht voor de toegan
kelijkheid en bruikbaarheid van het gebouw door lichamelijk gehandi
capten en bejaarden.
Deze procedure betreft in algemene zin:
1. dienstgebouwen en centra, welke voor het publiek toegankelijk zijn;
2. recreatie-objecten;
3. flatgebouwen.
De afdeling grondbedrijf van de dienst van openbare werken verstrekt
- zodra zich belangstellenden voor een grondtransactie met de gemeen
te hebben gemeld - aan genoemde stichting informatie over de aard
van het object.
De afdeling bouw- en woningtoezicht doet dit eveneens bij een vroeg
tijdige benadering van een principaal of diens architect ten aanzien van