356
13 APRIL 1972
De VOORZITTER: Van de zijde van het college mogen naar aan
leiding van dit voorstel slechts enkele korte opmerkingen worden ver-
w acht.
Allereerst wil ik een opmerking van enigszins formele aard maken.
Inderdaad is men tewerk gegaan alsof het een interpellatie betrof,
maar de heer van Os had gelijk toen hij opmerkte dat het hier om
een initiatiefvoorstel gaat. Er is een opmerking gemaakt over de hoe
veelheid initiatiefvoorstellen, men moet daar wat zuinig mee zijn,
maar ik wil daar geen oordeel over uitspreken en zeker niet ten
aanzien van dit voorstel. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijk
initiatief-voorstel door de indieners verdedigd moet worden. De raad
zal diis in onderling overleg tot een regeling moeten komen. Ik vind
dan ook dat in dit kader mijnerzijds mag worden gezegd dat dat
moet gebeuren en dat eventuele opmerkingen van de zijde van het
college alleen al om die reden beperkt zullen zijn.
Er is inderdaad een gestencilde brief binnengekomen van de Wereld
winkel. Deze brief was gedateerd op 7 maart. Deze brief is speciaal
afkomstig van de Wereldwinkel en zij is gericht aan de gemeente
raad. Daarnaast zijn twee stukken betreffende het initiatief-voorstel
binnengekomen en deze stukken hebben de raad bereikt. De fout is
gemaakt dat dit voorstel niet officieel aan de orde is gesteld en ik
heb van de heer Severens begrepen dat hij dit juist in verband met
het begin van de derde wereldhandelsconferentie op prijs zou heb
ben gesteld. Wanneer die wens bestaat is het nu het juiste moment
om dit voorstel in behandeling te nemen. In de vergadering van
mei zou het dan te laat zijn.
U zult hebben bemerkt dat het college een initiatief heeft ge
nomen. Het college heeft in de pauze zorg gedragen voor een keuze.
Er is gesproken over persoonlijke vrijheid. Ik laat dat voor ieders
rekening, maar in ieder geval was er een keuze mogelijk, tussen
rietsuiker, bietsuiker of niets. De heer Severens heeft gezegd dat
hij daar verheugd over is. Ik had enkele ogenblikken het iaee dat
hij zou zeggen een dergelijke handelwijze te veroordelen, want het
houdt iets anders in dan zijn initiatief-voorstel.
De heer SEVERENS: Tot nu toe hadden wij geen keus.
De VOORZITTER: Dat geef ik toe en u hebt nu kennis kunnen
nemen van de alternatieve mogelijkheden. Ik moet toegeven dat
dit wat plotseling is gekomen. Wanneer het initiatief-voorstel voor
de pauze aan de orde was gekomen, zou u dat niet hebben ge
weten.
Enkele leden van de raad hebben gesproken over de opvattingen
van het georganiseerd overleg. Ik laat in het midden hoe de onder
tekening tot stand is gekomen. Dat is namelijk niet te mijner be
oordeling. De voorzitter Van het georganiseerd overleg heeft mij mee
gedeeld dat in een vergadering van het georganiseerd overleg op
23 maart de commissie als haar conclusie heeft uitgesproken dat dit
onderwerp niet voor bespreking in de medezeggenschapscommissies
in aanmerking komt. Ik laat die uitspraak voor rekening van het
georganiseerd overleg.
Hiermee wil ik ae reactie van het college besluiten en u vragen
een oordeel uit te spreken over het door uzelf ingediende initiatief
voorstel.