363 17 APRIL 1972 in de daarvoor benodigde rijksvergunningen en in de laatste jaren bou wen wij dus bij nieuwe scholen meteen een gymnastiekaccommodatie. Er is echter een achterstand ontstaan die wij nu aan het inhalen zijn. Met betrekking tot de financiering mag ik verder nog opmerken dat een van de instructiebaden is opgenomen in de plannen voor het zwembad Noord en dat betekent dat de raad, wanneer dit aan de orde komt, zich zal moeten uitspreken over de vraag welk plan wordt goed gekeurd. Wat de schoolinstructiebaden betreft waarvoor het krediet al eerder door de raad is gevoteerd is het college van mening dat de fi nanciering daarvan dit jaar rond moet zijn en dat wij, gezien de be staande noodsituatie, deze twee moeten meenemen. In die geest heeft het college de uitspraak gedaan en ligt dit ook voor bij gedeputeerde staten. Wij hopen dat onze opvatting gehonoreerd wordt, want dan kunnen wij dit jaar met de bouw van deze twee instructiebaden begin nen. Vervolgens stelt de heer Koertshuis dat de behoeften van het kleu teronderwijs ten behoeve van het watervrij maken van kleuters - vroe ger verstonden wij daar iets anders onder, maar dat zal de heer Koerts huis nu niet hebben bedoeld - niet in het rapport zijn vermeld. In de besprekingen die wij destijds hebben gevoerd hebben wij het wel gehad over een probleem dat daarmee samenhangt, namelijk dat het voor de gehele ontwikkeling bijzonder prettig zou zijn als kleuters op jeug dige leeftijd leren zwemmen en wel om twee redenen. In de eerste plaats vormt het water een belangrijk element voor een prettige vacan- tie van ouders en kinderen. Dat betekent dat de kinderen vertrouwd raken met het water en als zij dan de zwemkunst niet machtig zijn kan dat een gevarenelement inhouden wanneer zij niet onder toezicht van de ouders met water in aanraking komen. Vanuit een oogpunt van veiligheid is het dus van belang dat kinderen zo vroeg mogelijk leren zwemmen. Bovendien is het voor de lichamelijke opvoeding bijzonder nuttig als men van het water gebruik kan maken voor de oefeningen. Vanuit die oogpunten zijn wij er dan ook bijzonder voor. Een bijna onoverkomelijke moeilijkheid is echter het verzorgen in klasseverband. Dat geldt niet alleen voor het aan- en uitkleden, maar ook voor het zich goed afdrogen en warm wrijven, opdat er geen nare effecten voor de gezondheid ontstaan. Dit is dermate moeilijk dat het in klassever band vrijwel niet mogelijk is. Dit zijn de overwegingen die ons ertoe hebben doen besluiten het zwemonderricht op zo jeugdige leeftijd niet in het onderwijsprogramma op te nemen. Of de inzichten op dat punt zullen veranderen kan ik op dit moment niet zeggen, maar dit is de motivering waarom wij nu een andere keuze hebben gedaan. Ik weet niet of er op dit gebied mogelijkheden zijn met medewerking van de afdeling voor jeugd en sport, maar wellicht kan college Mans daar iets meer over zeggen. Op welke manier de zaken van de G. T.S. eventueel in het totaal kunnen worden ingepast is mij niet bekend. Bij de bespreking van de bouw van de G. T. S. hebben wij ons op het standpunt gesteld dat dit mogelijk moet zijn. Zo goed als in het andere geval het basisonderwijs voorgaat, gaan wij er echter ook hier van uit dat de mogelijkheden op de technische school volledig benut moeten worden. Ook deze jeugd is in het verleden namelijk veel tekort gekomen, maar wanneer er ruimte over is wil ik graag toezeggen dat anderen, met name het ba sisonderwijs, daarvan kunnen profiteren. Overigens is er bij de hele situatie rekening gehouden met de eventuele mogelijkheid de zalen buiten schoolverband te benutten. Ik ga hiermee voorbij aan de practische

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 363