20 JANUARI 1972
34
onderwijs het risico genomen dat er op deze wijze in de raad over dit
werk wordt gesproken. Ik geloof dat dat een goede zaak is, omdat wij
daarmede bereiken dat de opvattingen van de raad in de openbaarheid
kunnen komen. Mijns inziens zouden wij als raad ons ook een beetje
gematigd moeten opstellen. Anderzijds kan nl. het onderwijs zeggen
dat wij maar thuis'moeten blijven. Wij moeten dan wel thuisblijven;
wij komen dan bij de scholen niet binnen. Ik geloof dat wij elkaar
dus toch moeten vinden. Ik meen dat ik in het vorige debat heb ge
zegd dat wij op deze wijze een beetje op eikaars ruggen gebonden
zijn en dat wij elkaar gewoon nodig hebben. Het onderwijs heeft naar
de raad toe een gebaar gemaakt: art. 61, volledige openbaarheid, ver
slaggeving, volledig inzicht, continuïteit, etc. worden gewaarborgd.
Ik meen dat wij als raad met betrekking tot het bijzonder onderwijs na
tuurlijk wel onze opmerkingen mogen maken, maar dat wij anderzijds
dat ook met een zeker vertrouwen in die groep moeten doen. Daarbij
komt nog dat men over de democratisering verschillend kan denken.
Ik vraag mij af of een ouderraad altijd een ouder van een schoolgaand
kind moet afvaardigen; een andere mogelijkheid zou er ook kunnen
zijn. Het gaat erom of bij wijze van spreken alle oudercomité's of
de ouderraad er op de juiste wijze in gekend zijn. Ik weet het niet.
Het is goed dat het besproken is en als de oudercommissies er te weinig
in gekend zijn dan geloof ik dat het gewoon een taak is voor die ouder
commissies om in actie te komen. Ik ben ervan overtuigd dat dat dan
allemaal nog gewijzigd wordt. Daarin heb ik een onbeperkt vertrouwen.
Ik zeg de heer Van Os graag toe dat de notulen zodra zij klaar zijn
toegestuurd worden aan de commissie. Wij zullen ook nog een keer
moeten praten bij de installaties. De notulen gaan er in ieder geval
onmiddellijk heen. De heer Van Os heeft ook nog gevraagd of ze naar
de diverse richtingen gestuurd kunnen worden. Ik heb daar geen moei
te mee, maar ik vind het een beetje merkwaardig, omdat de drie rich
tingen in de commissie vertegenwoordigd zijn. Als zij hun werk goed
doen dan houden zij contact met hun achterban. De notulen komen
dan automatisch bij de achterban terecht. Het zou er een beetje op
lijken alsof wij er niet op vertrouwen dat de notulen worden doorge
speeld.
De heer FROGER: Wij weten dat het niet doorgespeeld is.'
De heer BROEDERS: U heeft het bewijs overigens niet geleverd.
De heer FROGER: Ik zal het u leveren.
De heer BROEDERS: Ik wil er nog wel eens over nadenken zodra
ik dat bewijs ontvangen heb. Mijnerzijds is er geen enkel bezwaar te
gen de notulen aan de diverse richtingen toe te sturen, maar ik geloof
dat de hele zaak wel duidelijk is als alle commissieleden de notulen
ontvangen hebben. Ik neem ook aan dat er morgen in de pers iets over
dit punt zal worden geschreven en dat de gehele Bredase bevolking er ken
nis van kan nemen.
De heer VAN OS: Het lijkt mij gewoon een normale zaak dat de
notulen worden toegestuurd aan alle groeperingen, die hebben meege
werkt of hadden moeten meewerken aan de kandidaatstelling.
De heer BROEDERS: Ik zit met de moeilijkheid wat de heer Van