366
17 APRIL 1972
dat mogelijk is de kansen zullen benutten.
De andere opmerking van de heer Van Os heeft betrekking op
de buitenschoolse activiteiten en valt dus ook onder de sector sport.
Ik kan hem zeggen dat wij wat dat betreft in prettige samenwerking
nogal wat hebben kunnen realiseren en wij mogen dan ook niet klagen,
maar misschien zou een andere oplossing, waarbij ook de mogelijkhe
den van de lichamelijke opvoeding nog beter tot hun recht zouden kun
nen komen dan in een gymnastieklokaal, gevonden kunnen worden in
een sporthal. Dat is echter een zaak die verder bekeken moet worden.
Ik moet zeggen dat ik al heel blij zal zijn als wij op redelijke termijn
een belangrijke verlichting zouden kunnen brengen in de bestaande
behoefte.
De nota van burgemeester en wethouders wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen.
6. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 1. 090. 000, -- TEN
BEHOEVE VAN HET SLOPEN VAN PANDEN IN 1972.
De heer JANSEN: Namens de heren Koertshuis, Froger en Von
Schmid mag ik u meedelen dat wij met dit voorstel accoord gaan, zij
het met enige bedenkingen. Voortaan zullen wij bij dergelijke voor
stellen tegen stemmen, tot er een totaal plan voor de binnenstad is.
Ik hoop dat het gauw zo ver zal zijn, zodat wij het ongecoördineerde
slopen een halt kunnen toeroepen.
De heer BROOIMANS: In het verleden heb ik meermalen betoogd
dat het woningbezit in onze stad optimaal gebruikt dient te worden.
Het is derhalve een goede zaak dat wij elk plan voor het slopen van
woningen goed overwegen. In de raadsvergadering van 17 december 1970
heb ik de vrees uitgesproken dat in saneringsgebied Leuvenaarstraat-Mid
dellaan grote gedeelten braak zullen blijven liggen. Nu, in 1972, herhaal ik
mijn eerder ingenomen standpunt. Toch besef ik al te goed dat wij hier be
zig zijn met de volgende fase van een proces dat enkele jaren geleden op
gang is gebracht en o. m. moet leiden tot aanleg van de verbindingsweg
Lunetbrug-Nieuwe Prinsenkade,
In het voorstel staat dat het sloopprogramma is verdeeld in twee
klassen. Tot klasse A worden gerekend die panden die noodzakelijk
gesloopt moeten worden ten behoeve van wegreconstructies of bouw
plannen die in 1972 uitgevoerd zullen worden, alsmede de panden
waarvan het uitstellen van de sloop in verband met het acute gevaar
dat zij voor de omgeving opleveren onaanvaardbaar is. Tot deze klas
se rekent het college ook de panden Middellaan 141-191. Ik kan het
maar gedeeltelijk eens zijn met het advies van de directeur van de
dienst van openbare werken aan uw college. Geadviseerd wordt sane
ring wegens zeer slechte toestand van de woningen, instortingsgevaar
aanwezig. De panden 165-191 zijn inderdaad zeer slecht. De toestand
van de panden Middellaan 141-163 is echter heel wat beter. Men be
grijpt dat ik het over de twaalf zogenaamde Van Cooth-huisjes heb,
die volgens de tekening pas in 1975 gesloopt zouden worden. Toch
staan zij nu op de slooplijst voor 1972. Kan het college mij hier een
nadere verklaring voor geven?
Graag zou ik ook van het college vernemen of voor de bewoners
van de huizen die vallen onder dit sloopprogramma voor 1972 vervangende