371 17 APRIL 1972 blijft het een feit dat die puinhoop daar veel te lang is blijven staan en nog zal blijven staan, evenals de open vlakten. Ik meen dan ook dat wij er naar moeten streven dat het beeld dat wij zien in de wijk Leuvenaarstraat-Middellaan zich niet herhaalt in andere stadswijken. De heer VAN MERKOM: Uit het antwoord van de wethouder maak ik op dat ook hij behoefte heeft aan een beleid inzake parkeervoorzie ningen, Zelf heb ik daar in de afdeling ook al eens naar gevraagd en ik vraag mij dan ook af of het niet gewenst is een nota over de parkeer voorzieningen samen te stellen. De heer BROOIMANS: Ik zit met enkele tegenstrijdigheden. Zo als ik in eerste instantie heb gezegd is het mij opgevallen dat de Van Cooth-huisjes waren opgenomen in het sloopprogramma van 1975, ter wijl zij nu op de slooplijst voor 1972 staan. Overigens heb ik volledig begrip voor de juridische moeilijkheden die hier op de loer liggen en ik begrijp dat die eerst moeten worden opgelost voordat tot afbraak kan worden overgegaan, hoewel ik het wel vreemd vind tegen de achtergrond van wat ik heb ervaren. Ik heb van een van de bewoners namelijk ge hoord dat hij van het ene huis naar een ander huis in hetzelfde rijtje moet verhuizen. Daar zit mijn probleem, want deze man was de zegsman van het verhaal dat de gemeente voornemens is de eerste zes panden af te breken. Hoe is dat dan mogelijk met die juridische moeilijkheden? Waarom moet deze man van het ene huisje naar het andere verhuizen? Daar komt bovendien nog bij dat dit volgens mij betekent dat die huis jes zo slecht nog niet zijn als de gemeente zelf in dat rijtje een ver huizing gaat organiseren. Er is nog een tweede tegenstrijdigheid, die er ook op duidt dat de woningen niet zo slecht zijn. In het pand Middellaan 159 is enkele maanden geleden nog een plafond vernieuwd en op de dag dat ik daar een bezoek bracht - 12 april - werd er diezelfde middag nog een nieuw aanrecht geplaatst. Mijn vraagtekens blijven dan ook bestaan en ik ben benieuwd naar het antwoord van de wethouder. Bovendien vraag ik mij af waarom, als die eerste zes huisjes wor den afgebroken - en ik ben er nog steeds niet zeker van dat dat nodig is -, het profiel van de weg dan niet enigszins wordt verlegd. Ik ben geen technicus en ik kan dus niet zo goed tekeningen lezen, maar als ik het goed gezien heb komt er op de plaats waar die zes huisjes moe ten verdwijnen straks een benzinepompstation, Is dat nu werkelijk nood zakelijk? Mijns inziens hebben wij al genoeg van die ondingen. De heer GEENE: De wethouder heeft het woord "parkeren" laten vallen en dat is een onderwerp dat mij zoals bekend in hoge mate inte resseert. Ik zou in dat verband willen vragen of bij iedere nieuwe ves tiging in of aan de rand van de binnenstad de eis zal worden gesteld dat men voor eigen parkeergelegenheid dient te zorgen. Vervolgens zou ik willen vragen of het niet verstandiger zou zijn hiervoor een centrale oplossing te zoeken in samenwerking met de gemeente. Mijns inziens gaat de opmerking van de heer Van Merkom ook in die rich ting. Wanneer een nieuwe vestiging in de binnenstad bijvoorbeeld 25 parkeerplaatsen nodig heeft en een andere vestiging 35, dan wordt het naar mijn mening een grote warboel als zij allebei zelf voor hun eigen parkeerruimte moeten zorgen. Ik geloof dan ook dat wij er aan toe zijn dat het parkeren centraal wordt geregeld, waarbij de gemeente ook een bijdrage zal moeten leveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 371