35 20 JANUARI 1972 Os onder groeperingen verstaat. In de Diocesane Katholieke Schoolraad zijn de ouders, de leerkrachten en het bestuur vertegenwoordigd. Daar is nl. afgesproken dat de Diocesane Schoolraad fungeert als contactadres. Daarheen sturen wij de notulen. Bij het Protestant-Christelijke onderwijs bestaat dezelfde bestuursformatie. Daar hebben wij dus ook het contact punt. Als de heer Van Os van mening is dat tot de diverse groeperingen de Diocesane Katholieke Schoolraad, de stichting Verenigde Protestant- Christelijke Scholen en de stichting Nutsscholen behoren, dan ga ik accoord met toezending van de notulen aan deze groeperingen. Ik dacht aanvankelijk dat de heer Van Os de bedoeling had de groeperin gen van ouders e. d. allemaal apart te benaderen. Mevrouw Willems heeft voorts nog gezegd dat het onderwijs bij de democratisering een belangrijke rol speelt. Ik ben het daarmede eens, maar dat zou ook een andere democratisering kunnen zijn dan een democratisering in het bestuur. Een democratisering die mij persoonlijk veel meer ter harte gaat is erop gericht dat iedereen, van welke rang of stand en uit welke wijk dan ook, in het leven zijn volle kans krijgt en dat hij door middel van het onderwijs goed toegerust in het leven kan staan. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Dat is ook mijn mening.' De heer BROEDERS: Maar u koppelt het een beetje aan de demo cratisering van het bestuur. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Dat bestuur heeft invloed op het onderwijs.' De heer BROEDERSDat weet ik niet. Theoretisch zou het best mogelijk kunnen zijn dat met een bestuur, dat niet democratisch ge kozen is, aan de andere democratisering beter vorm zou kunnen wor den gegeven. Dat is nl. afhankelijk van de opvatting over deze demo cratisering en van de kwaliteit, de deskundigheid en de inzet van de ze mensen. Via de democratische verkiezing worden niet altijd de beste mensen met de hoogste kwaliteiten in de organen gekozen. Wij zouden uit verwaandheid anders best op deze stoelen kunnen blijven zitten. De VOORZITTER: Ik ga er nu op de eerste plaats vanuit dat u tot benoeming van de leden wilt overgaan. Dit constaterend wil ik graag nog een enkele mededeling doen aan het adres van de heer Kra mer. De heer Kramer heeft in het voorstel van het college van burge meester en wethouders kunnen lezen dat reeds op 14 januari 1971 be paalde beslissingen zijn genomen en dat het hier gaat om benoeming van leden van de commissie voor de schooladvies- en begeleidings dienst. Ik persisteer dus bij mijn opvatting dat hier de bepalingen uit de gemeentewet van toepassing zijn. Bovendien hebben verschillende raadsleden gevraagd hoe er gestemd zal worden en daar ik meen te hebben kunnen bemerken dat men op gezette tijden blanco wil stem men en verder heel speciaal ook artikel 52 van de gemeentewet van toe passing is meen ik dat er schriftelijk gestemd moet worden. De VOORZITTER verzoekt de heren Taks, Gielen en Kramer in het stembureau zitting te nemen. Uitslag stemming: 37 geldige stemmen zijn uitgebracht. De stemmen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 35