375 17 APRIL 1972 kerken geldt, maar zeker wel voor een aantal. De suggestie de Grote Kerk tijdens de zomermaanden open te stellen zal ik graag aan de betrokken instanties overbrengen. Zoals bekend is een van de voorwaarden van het college van burgemeester en wethouders geweest dat de kerk zoveel mogelijk open moet zijn en beschikbaar moet zijn voor de gemeenschap. Of bij de benoeming van de drie leden van de beheerscommissie door het college ook het advies van de Culturele Raad moet worden betrokken zal het college gaarne bekijken. In de bespreking die ik volgende week heb met de Culturele Raad zal ik deze graag vragen het college van advies te dienen met betrekking tot de personen die daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen. De heer JANSEN: Ik ben blij met de opmerking van de wethouder dat de gemeenschap in zijn geheel van de kerk zal kunnen profiteren. Volgens de wethouder kunnen allerlei kerkgenootschappen nu ook al van de kerk gebruik maken, maar volgens mijn informaties is dat nog niet het geval. De beheerscommissie zal bestaan uit drie leden namens het col lege van kerkvoogden van de N. H. Gemeente en drie leden die door bur gemeester en wethouders worden benoemd. Wat ik mij nu afvraag is of, als de vragen die hier gesteld zijn daar ook aan de orde komen, de mo gelijkheid niet bestaat dat de stemmen staken en hoe het dan zal gaan. Mijns inziens kan dat zeker problemen opleveren in een commissie van zes personen. Hoe denkt men dat te ondervangen? Op mijn vraag of de ze leden ook door de raad kunnen worden benoemd antwoordt de wethou der dat het college van kerkvoogden ook inspraak moet hebben. Mijns inziens zal dat zeker mogelijk zijn, want ik heb gevraagd of de raad deze leden kan benoemen op voordracht van het college. Deze proce dure zou dus toch wel kunnen. Wethouder MANS: Ik heb niet gezegd dat het niet kan, ik heb gezegd dat ik het niet zo wenselijk acht. De heer SANDBERG: Ik heb mijn opmerkingen bewust bewaard tot de tweede instantie. Die houden namelijk wel verband met het gebruik van de kerk, maar in wezen behelzen zij enigszins een ander onderwerp. Allereerst wil ik zeggen dat wij bijzonder blij zijn met het antwoord van de wethouder en wij zullen hem dan ook zeker in deze geest steunen. Ik meen te weten dat onze voormalige fractievoor zitter de heer Van der Werff indertijd al heeft gesproken in de raad over een zo ruim mogelijke exploitatieopzet voor de Grote Kerk. Gewaarschuwd door de fatale brand in de Gertrudiskerk in Bergen op Zoom zouden wij aan deze zaak een heel ander aspect willen koppe len. Nu er een studie zal worden verricht, waarvan wij op 1 oktober 1973 de resultaten tegemoet kunnen zien, over een andere beheersvorm en exploitatiemogelijkheid van de kerk, waarbij het uiteraard niet uit gesloten is - dat hopen wij zelfs - dat er regelmatig veel mensen in bijeen zullen komen, willen wij ervoor pleiten dat ook ten aanzien van de brandbeveiliging zo snel mogelijk een onderzoek ingesteld wordt en als gevolg daarvan uiteraard zo snel mogelijk actie ondernomen wordt voor het geval die nog niet optimaal is. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ik had in eerste instantie inder daad willen vragen naast de Culturele Raad ook de raadsafdeling voor culturele zaken in te schakelen bij de benoeming, maar ik ben blij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 375