380 17 APRIL 1972 over doorstroming en huursubsidie. Ik heb erbij gezegd dat de doorstro ming, hoe beperkt ook - en dan bedoel ik hetzelfde als mevrouw Van Nes, wij moeten het effect ervan niet overtrekken -, in een deel van de behoefte kan voorzien in relatie tot de woningnood. Hetzelfde geldt voor de huursubsidie, als daarin na het gesprek met de minister moge lijk een verruiming komt. De heer Froger zegt niet exact wat er aan de hand is. Het is niet zo dat woningbouwverenigingen moéten bouwen, de minister. De heer FROGER: Nee, dat heb ik ook niet gezegd. Ik heb ge zegd dat de gemeente, als een woningbouwvereniging wil bouwen en de financiële regeling rond is in de zin van de wet, haar medewerking daar niet aan kan onthouden. Wethouder VAN DUN: Mits die woningbouwvereniging bouwt in het kader van de oplossing van de woningnood. De heer FROGER: Dat doet zij altijd als zij woningwetwoningen bouwt. Wethouder VAN DUN: Ja, maar eerlijkheidshalve relateer ik dat toch aan de opmerkingen die in de raad gemaakt zijn. Formeel heeft de heer Froger natuurlijk gelijk, maar wij zouden ons van geval tot geval kunnen afvragen of met de bouw van dergelijke woningen door een bona fide woningbouwvereniging - met de aantekening van de heer Crul erbij - gewerkt wordt aan de oplossing van de woningnood. De heer FROGER: De heer Crul heeft gevraagd of wij onze mede werking kunnen weigeren en dat geloof ik juist niet. Wethouder VAN DUN: Op dit moment mijns inziens niet meer. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Bijlage nr. 137 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE VERNIEUWING VAN DE RIOLERING IN DE ZEISSTRAAT. De heer VAN MERKOM: Een korte vraag: is er geld over van het voetgangersdomein? Wethouder VAN DUN: Er is nog geen geld gevoteerd voor het voetgangersdomein voor zover ik weet. De VOORZITTER: Dan kan er dus ook geen geld over zijn. Wij zullen het nakijken, dat lijkt mij het verstandigst. Wethouder VAN DUN: De heer Van Merkom stelt een typische vraag: "Is er geld over van het voetgangersdomein?" Ik wil daar wel op antwoorden, ik denk dat hij doelt op de op twee na laatste alinea, waar staat dat de dekking voor dit krediet wordt gevonden door de post voor het voetgangersdomein met 24. 300, -- te verminderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 380