384 17 APRIL 1972 Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Uiteraard kan ik accoord gaan met dit voorstel, want ook ik ben blij dat deze school voor de aanvang van het nieuwe schooljaar uit de nood wordt geholpen» De schoolraad voor het openbaar g. 1. o. dringt in zijn advies op spoed aan. Het is mij bekend dat de wethouder er hard aan trekt om dit voorstel nr. 24 in Den Bosch rond te krijgen. Namens mijn fractie wil ook ik vanaf deze plaats op spoed aandringen, opdat deze school bij de aanvang van het nieuwe schooljaar niet weer moet improviseren, zoals het afgelopen jaar is gebeurd. Als ik dit voorstel doorlees moet mij één ding van het hart. Ik ben zo vrij een vraagteken te zetten bij de zin, halverwege de blad zijde, die begint met "de toename van de schoolbevolking is goeddeels te verklaren door het optreden van een piek". Hetzelfde doe ik bij de cijfers die betrekking hebben op deze school in het rapport van de so ciografische dienst "Het basisonderwijs in de periode 1975-1980 en 1980-1985". Dit rapport stelt het aantal benodigde leslokalen in de periode 1975-1980 op negen voor deze school. Op grond van reële verwachtingen mag men echter veronderstellen dat het aantal beno digde lokalen in augustus 1975 zeker twaalf zal bedragen, maar waar schijnlijk hoger zal zijn. Die verwachtingen zijn enerzijds gebaseerd op het aantal klassen in augustus 1972 dat, zoals in het stuk staat, ze ker tien, maar naar alle waarschijnlijkheid elf zal bedragen, en ander zijds op het aantal kinderen dat momenteel de openbare kleuterschool bezoekt, waardoor tot 1975 zeker twee eerste klassen kunnen worden gevormd, terwijl er in de eerstkomende drie jaar slechts één klas de school verlaat. Ik vraag mij dan ook af waar het cijfer negen in het rapport van de sociografische dienst op is gebaseerd. Het lijkt mij aan nemelijk de toename van de schoolbevolking goeddeels te verklaren uit de toenemende groei van het openbqar onderwijs, hoewel ik mij er van bewust ben dat ook een piek een rol speelt al is de wijk nog niet volgebouwd. Wethouder BROEDERS: Ik vind het wat moeilijk hierop te antwoor den. Op het eerste punt hoef ik niet in te gaan, dat is alleen een aan sporing aan mijn adres om ervoor te zorgen dat het geld op tijd binnen komt, zodat tijdig met de bouw kan worden begonnen. Wij zeggen dat graag toe, want ook wij zijn er van overtuigd dat er maar één goede oplossing is, namelijk dat een en ander klaar is voor de aanvang van het nieuwe schooljaar. Het tweede deel van het betoog van mevrouw Willems is wat moeilijker, want daarin stelt zij het rapport van de sociografische dienst aan de orde. Ik weet niet zeker of dat rapport al behandeld is in de afdeling onderwijs of dat wij het nog moeten behandelen» Ik meen dat in de afdeling is afgesproken dat wij het rapport zullen behandelen in aanwezigheid van de mensen van de sociografische dienst, omdat de mensen die het materiaal geleverd hebben een eventuele bestrijding van de cijfers beter kunnen beoordelen dan ik op dit moment aan de hand van dit voorstel, zonder zelfs het rapport erbij te hebben. Ik ben graag bereid in de afdeling op de kritische opmerkingen van mevrouw Willems op het rapport terug te komen, zij het dat ik het op prijs zou stellen als ik dan even van tevoren word gewaarschuwd. Dan kunnen namelijk ook de mensen van de sociografische dienst aanwezig zijn, opdat zij de uitgangspunten die gehanteerd zijn in de technische op stelling van het rapport kunnen meenemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 384