386 17 APRTL 1972 het thans aan de orde zijnde voorstel in een voltallige vergadering van de raadsafdeling voor openbare werken op donderdag 6 april jl, zeer uitvoerig besproken. Unaniem is de afdeling van mening dat, nu de vereiste goedkeuringen van rijk en provincie en daarmee de financie ring dus kan worden geregeld, de renovatiewerkzaamheden met spoed ter hand moeten worden genomen in het belang van de wijk en haar bewoners. De afdeling steunt in dezen het tot dusver gevoerde beleid van college en raad. Met grote bezorgdheid heeft de afdeling kennis genomen van de moeilijkheden welke zich voordoen bij de uitvoering van de werkzaam heden. Uit rapporten van de dienst van openbare werken is namelijk gebleken dat er bij de bewoners nogal wat problemen en bezwaren zijn in plaats van spontane medewerking, zoals die in eerste instantie van deze zijde had mogen worden verwacht. Deze zaak neemt thans dusdanige vormen aan dat de aannemer, die klaar staat om met de werkzaamheden te beginnen, niet of onvoldoende aan de slag kan gaan. Daar het college alle huurders zowel schriftelijk als mondeling heeft benaderd en dezen uitvoerig zijn ingelicht over de gang van za ken, is de afdeling van mening dat indien de houding van de bewoners niet op korte termijn verandert, de renovatie eenvoudig onmogelijk wordt gemaakt, hetgeen tot zeer ernstige consequenties kan leiden. Indien de werkzaamheden ten gevolge van deze moeilijkheden geen verdere voortgang kunnen hebben en de ambtelijke begeleidingscommissie met de bewoners geen verdere afspraken kan maken, zal de afdeling zich in een spoedeisende vergadering nader beraden over de uiterste consequen ties van het gehele renovatiebeleid. De heer CRUL: Ook onze fractie was uiteraard op de hoogte van de verklaring van de afdeling die zojuist door de heer Kroon is voorge lezen, Naar aanleiding van het stuk van de wijkbewoners dat donderdag aan ons is uitgereikt heeft een aantal raadsleden op uitnodiging van het wijkcomité van de Vestkant zaterdagmorgen jl. een bezoek gebracht aan het wijkcomité en een aantal bewoners van de wijk. Dit waren me vrouw Van Rooij en de heer Brooimans van de K.V.P.mevrouw Van Nes van D'66 en een aantal leden van onze fractie. Wij hebben vanzelfsprekend gaarne aan deze uitnodiging gevolg gegeven, omdat wij ons graag door de bewoners wilden laten uitleggen waarom zij geen medewerking aan de renovatie willen verlenen of, beter gezegd, waarom zij er nog niet van overtuigd zijn dat het moet gebeuren op de manier zoals door de gemeente vastgelegd. Dat gesprek heeft plaatsgevonden en alle leden van de raad die daaraan hebben deelgenomen vonden het een goed en een duidelijk gesprek. Het is ons daarbij gebleken dat een belangrijk aantal bewoners de huurverhoging en de inrichtingskosten moeilijkheden zullen opleveren. In feite zijn drie punten in de brief van de wijkbewoners aan onze raad van belang, namelijk de huurverhoging, de inrichtingskosten en het overleg, maar de eerste twee daarvan leveren de meeste problemen op en uit het ge sprek is ons dan ook duidelijk georden dat op die punten alle hulp aan de wijk moet worden verleend die mogelijk is. Een ander belangrijk facet van deze zaak is het overleg. Uit het gesprek dat wij hebben gevoerd is ons gebleken dat er - uiteraard - ver schillende contacten zijn geweest tussen de gemeente en de wijk, maar dat die o. m. hebben gelopen via de schakel van de werkgroep huisves ting, waardoor de indruk is gewekt dat de bewoners in feite toch niet echt bij de gang van zaken betrokken zijn. Zo voelt, men het althans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 386