387 17 APRIL 1972 en dat is toch wel belangrijk. De gemeente kan nu wel zeggen dat zij alles heeft gedaan aan dat overleg wat mogelijk is, maar als het niet als zodanig bij de bewoners overkomt heeft men daar mijns in ziens maar rekening mee te houden. Het is dan ook noodzakelijk dat hier iets aan wordt gedaan en dat er alsnog - uit het gesprek is wel naar voren gekomen dat de wijk de renovatie wil - een goede basis voor de renovatie wordt gelegd. Dat is nog steeds mogelijk. Wij stellen daarom voor dat alsnog pogingen worden gedaan om een gesprek tot stand te brengen met het wijkcomité en de bewoners via rechtstreekse uitnodigingen en dat in dat gesprek op basis van on ze inzichten met betrekking tot de renovatie overleg wordt gepleegd over de gegevens over de huurverhoging en de inrichtingskosten zoals wij die in de raad hebben vastgelegd. Samenvattend zou ik dus willen zeggen: het overleg opnieuw op gang brengen, duidelijk maken dat er - en dat wil ik graag nog eens van de wethouder horen - op het punt van de huurverhoging ook na overleg met de centrale overheid geen mogelijkheden tot vermindering bestaan en een reëel gesprek met de wijkbewoners over de inrichtingskosten, waarbij er onder voorbehoud van het maximumbedrag van 1. 500, -- nog mogelijkheden aanwezig moeten zijn. De heer JANSEN: Zowel bij dit voorstel als bij het volgende heb ik enkele kanttekeningen die ik hier de revu wil laten passeren. In de tweede alinea van bijlage 146 staat bij de aanneemsom van de laag ste inschrijver tussen haakjes het mooie zinnetje: "is evenwel hoger dan de begroting". Ik vraag mij af waarom wij dan weer geen reële begroting krijgen. Steeds weer merkt men bij dergelijke voorstellen dat men met een tekort zit en vaak moeten wij daarna dan weer een krediet voteren. Hoe lang duurt dat nu nog? Op pagina 2 wordt gesteld dat de huur dient te worden aangepast aan de jaarlijkse verhogingen tijdens de verbouwingsperiode. Ik zou graag willen weten hoe hoog die wordt geschat en of die huur voor de ze mensen dan nog wel reëel is. In de stagnatie die bij dit project is opgetreden zie ik voornamelijk een falen van het sociaal wijkwerk en ik vraag mij dan ook af of de voorlichting aan en de begeleiding van de wijkbewoners wel adequaat zijn toegepast. Bij bijlage 147 vraag ik mij af waarom wij de zaak niet goed gaan opknappen, want zoals het er nu uitziet hebben wij over vijf jaar nog steeds woningnood en dan De VOORZITTER: Bijlage 147 is op dit moment niet aan de orde, daarover kunt u straks het woord voeren. De heer JANSEN: Ik zie het, ik heb mij vergist. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Zoals reeds is gezegd was ook ik zaterdagmorgen aanwezig in de bijeenkomst met het actie comité. Daarbij is ons in de eerste plaats gebleken dat de wijkbewoners de renovatie graag willen. Bij mij is echter ook overgekomen dat er bij de bewoners een gevoel van onzekerheid bestaat. De renovatie komt gelukkig nogal snel op gang, maar er is nog niet genoeg contact ge weest tussen de gemeente en de wijk. Mijn voorstel is dan ook een be geleidingsteam in te stellen, bestaande uit enkele ambtenaren van de sociale dienst van de gemeente en van de dienst van openbare werken, plus een vertegenwoordiger van het wijkcomité, dat de mensen individueel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 387