396 17 APRIL 1972 het probleem waar wij het geld vandaan moeten halen, waarbij dan nog het probleem komt dat wij anders, nu wij eindelijk met de re novatie kunnen beginnen, de hele procedure in Den Bosch en Den Haag opnieuw zouden moeten doorlopen. Na deze drie hoofdpunten wil ik ingaan op een aantal andere zaken die door de raadsleden naar voren zijn gebracht. Een be langrijk punt, dat door de heer Crul, mevrouw van Rooij, mevrouw van Nes, de heer Brooimans, de heer von Schmid en de heer Seve- rens naar voren is gebracht, is dat van de begeleiding van de hele renovatie. Zoals men weet zijn er twee zaken aan de orde. Het wat moeilijke contact met de representanten van de bewoners heeft ons ertoe doen besluiten een team van drie mensen in testellen, t.w. een ambtenaar van de sociale dienst, een ambtenaar van het wo ningbedrijf en een ambtenaar van de dienst van openbare werken, dat zich heeft voorgenomen alle bewoners aan huis te bezoeken om uit te leggen wat de renovatie voor hen gaat betekenen. De ambtenaar van de sociale dienst is erbij betrokken om speciaal de aandacht te vestigen op twee aspecten van deze kwestie, namelijk de mogelijkheid van bijstandverlening wanneer men met de 1500,-- kostenvergoeding niet toe komt -- daarvoor is de bijstandswet -- en in de tweede plaats de bewoners duidelijk te maken dat ook zij recht hebben op huursubsidie wanneer de hogere huur niet in een juiste re latie staat tot hun inkomen. Daarnaast is een renovatiecommissie Vestkant in het leven geroepen, die voor het laatst heeft vergaderd op 24 maart. Ik meen dat dit de commissie is waarnaar mevrouw van Rooij heeft gevraagd. Hierin zijn vertegenwoordigd de dienst van openbare werken, de vrouwen-adviescommissie, het Katholiek Instituut voor Maatschappelijk Welzijn, de sociale dienst, de socio grafische dienst en de afdeling stadsontwikkeling van de secretarie. Dit wat de begeleiding betreft. Als de raad nog andere suggesties wil doen op dit punt ben ik graag bereid die aan te horen. Tot slot nog enkele detailopmerkingen. De heer Jansen heeft ge vraagd waarom hier wederom geen reële begroting is ingediend. Ik meen dat ik dat al heb duidelijk gemaakt toen wij de vorige maal over deze problematiek spraken. De begroting zoals die wordt inge diend dateert namelijk van zeer lang voor het moment dat de aan besteding plaatsvindt. Verder moet deze begroting ook worden goed gekeurd door de rijksoverheid voordat wij er iets mee kunnen doen. Het is voor ons dan ook absoluut geen verrassing dat bij elke reno vatie de begroting wordt overtroffen door de aanneemsom. Verder vindt de heer Jansen dat het sociaal wijkwerk heeft gefaald, maar ik meen dat het niet de taak van het college is zich daarover uit te spreken. Wij zoeken tezamen met de raad oprecht naar degenen die de bewoners vertegenwoordigen en aan de andere kant willen wij ook graag met name met het K. I. M. op één spoor zitten, in die zin dat wij proberen dezelfde doelstellingen na te streven. Om die reden zullen collega de Raaff en ik volgende week een eerste ge sprek over deze problemen aankaarten met het K. I. M. Ik meen dat ik hiermee in eerste instantie in grote lijnen de vragen heb beantwoord. De heer JANSEN: De wethouder heeft gezegd dat de huurverho ging geen 150% zal bedragen, maar 100%. Ik kan mij voorstellen dat dit voor mensen die financieel minder draagkrachtig zijn moei lijkheden kan veroorzaken en ik vraag mij dan ook af of in die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 396