399
17 APRIL 1972
Ik kom nu een beetje in moeilijkheden, want de motie die de
heer Crul heeft aangeboden is nog niet voorgelezen en ik zou daar
graag op in willen gaan.
De VOORZITTER: Ik ga er van uit dat dat mogelijk is. De ver
klaring van de afdeling is straks wel voorgelezen. De motie van de
heer Crul wordt op dit moment vermenigvuldigd, die krijgt u over
een paar minuten op tafel.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Mag ik er dan straks nog iets over
zeggen?
De VOORZITTER: U mag daar zeker over spreken.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik kan op voorhand al wel zeggen
dat deze motie mede door ons is ondertekend en in feite een con
cretisering is van het gesprek dat wij met de wijkbewoners hebben
gevoerd. Wij achten het noodzakelijk dat dit in een uitspraak door
ae raad wordt vastgelegd.
De heer VON SCHMID: De wethouder heeft een zeer indrukwek
kende opsomming gegeven van de vele activiteiten van het college
en wat dat betreft sluit ik mij dus graag aan bij de waarderende
woorden die mevrouw van Nes daarover heeft gesproken. Het be
vestigt bovendien onze algemene visie dat het college in het alge
meen een grote inzet vertoont waar het gaat om de sanering van de
woontoestanden in Breda. Dat wil echter niet zeggen dat er niet
bepaalde tekortkomingen in dat werk zouden zitten, dat blijkt ook
wel uit deze discussie. Uit het antwoord van de wethouder is mijns
inziens heel duidelijk geworden dat er eigenlijk nu pas een wat ik
zou willen noemen sociaal team aan het werk is. Het is zeer te
betreuren dat dit niet in een eerder stadium is gebeurd, maar dat
is natuurlijk achteraf redeneren. In ieder geval is het er nu en ik
geloof dat dit in volgende wijken waar de renovatie aan de orde
komt heel goed van pas kan komen en ik hoop dan ook dat het een
blijvend team is en geen team dat nu alleen maar ad hoc is inge
steld. Waar het op neerkomt is dat blijkt dat de sociale begeleiding
niet optimaal heeft gefunctioneerd in de Vestkant en daaraan moet
het onzes inziens grotendeels worden toegeschreven dat er contact
moeilijkheden zijn ontstaan. Juist omdat die moeilijkheden er nu
zijn is het van het allergrootste belang -- daarom ben ik blij dat
de wethouder dat zo duidelijk heeft gesteld -- dat het overleg met
de bewoners wordt voortgezet. Ik vind dat een veel prettiger geluid
dan het schermen met "uiterste consequenties", want ik meen dat wij
daar nog helemaal niet aan toe zijn. Wat dat betreft heeft het ant
woord van de wethouder mij dus zeer gerustgesteld.
De heer SEVERENS: Ik wil nog een korte opmerking maken naar
aanleiding van de mededelingen van de wethouder over de bege
leiding. Als ik het goed heb genoteerd heeft hij namelijk gezegd
dat de begeleidingscommissie zal bestaan uit representanten van de
sociale dienst, de dienst van openbare werken en de werkgroep huis
vesting. Ik zou in dit verband graag het voorstel van mevrouw van
Rooij willen steunen. In het verleden is namelijk verschillende ma
len gebleken dat er kortsluiting was tussen de gemeentelijke diensten