400 17 APRIL 1972 en de wijkbevolking en daarom verdient het aanbeveling in deze commissie ook een of twee personen op te nemen die het vertrou wen van de bevolking hebben. Dit zouden mensen uit de wijk zelf kunnen zijn, of vertegenwoordigers van het maatschappelijk werk die volledig vertrouwd zijn met het levenspatroon van deze mensen. Op die manier meen ik dat er nieuwe mogelijkheden kunnen worden geschapen om de moeilijkheden op te lossen, terwijl tevens in de toekomst door direct met de bevolking te werken veel communicatie stoornissen kunnen worden voorkomen. Uit de indrukwekkende lijst van de wethouder blijkt dat er bijzonder veel moeite is gedaan, maar dat dit voor een belangrijk deel over de hoofden van de mensen zelf is heengegaan omdat het indirecte contacten waren, contacten name lijk met groeperingen die wel representatief waren voor een deel van de bevolking, maar die niet als zodanig door de bevolking werden ervaren. Dat blijkt in de praktijk heel vaak moeilijkheden op te le veren. De heer KROON: De heer von Schmid en anderen zijn nog eens teruggekomen op de door mij voorgelezen verklaring waarin ik heb gesproken over die uiterste consequenties, die naar nun mening te scherp zouden zijn. Ook de wethouder heeft mijns inziens echter duidelijk in zijn antwoord gezegd dat men goed moet bedenken dat, als deze zaak niet kan doorgaan en er niet gewerkt kan worden, de mogelijkheid bestaat dat de aannemer schadeclaims gaat indienen. Dat betekent dan dat er geld op tafel zal moeten komen waar niets voor gebeurt. Het hele betoog van de wethouder is uitgemond in de conclusie dat er wel degelijk sprake is geweest van behoorlijk voor overleg over alle mogelijke zaken en het enige waarover de afdeling haar bezorgdheid over heeft uitgesproken is dat die renovatie niet zou doorgaan als het de aannemer niet mogelijk is behoorlijk te werken. Dat was de reden van de bezorgdheid van de afdeling en dat moeten wij niet vergeten. Vervolgens wil ik nog even ingaan op een paar punten die naar voren zijn gebracht, met name wat betreft de kwestie van de bege leidingscommissie. Ook daarover is namelijk in de afdeling gesproken. Die begeleidingscommissie komt er en die zal alle mensen die in een huis wonen dat gerenoveerd moet worden persoonlijk bezoeken. Daar bij zal men gewezen worden op de mogelijkheid om, wanneer men de huur niet kan betalen, voor huursubsidie in aanmerking te komen en dat men mogelijk ook bij de bijstand terecht kan als men in be paalde gevallen niet rond komt met de uitkering van 1500, --. Dat zijn allemaal zaken die in die begeleidingscommissie aan de orde zullen worden gesteld. Ik geloof aan ook dat het college en de raad, die dit beleid heeft goedgekeurd en gesteund, al het mogelijke hebben gedaan. Helaas kan ik nog niets zeggen over de motie, maar ik hoop dat wij' daar straks nog toe in de gelegenheid zullen worden gesteld. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik heb een kleine informatie nodig. Heb ik goed begrepen dat wethouder van Dun heeft gezegd dat hij samen met zijn collega de Raaff binnenkort gaat praten met het Katholiek Instituut voor Maatschappelijk Welzijn over de begeleiding? Ik zie hem knikken en ik zou hem dan ook nu willen vragen of in dat over leg ook een vertegenwoordiging van het wijkcomité zou kunnen wor den betrokken, juist om kortsluitingen te voorkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 400