405 17 APRIL 1972 nog naar voren komt. De bedoeling van de initiatiefnemers is mijns inziens dan ook dat er serieus nog naar mogelijkheden wordt gezocht, ook na de verklaring die de wethouder zojuist heeft afgelegd. In die interpretatie kunnen wij de motie steunen en vinden wij het ook van belang dat die vanavond wordt aangenomen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik meen dat ik er goed aan doe in aanvulling op wat de heer Crul heeft gezegd de raadsleden die daar voor aan het woord zijn geweest erop te wijzen dat het niet in de eerste plaats onze bedoeling is geweest uitsluitend over de huursub sidie en de mogelijkheden van hulpverlening via de sociale bijstand te spreken. Wij hebben daarentegen willen vragen naar de mogelijk heden die het college nog zou kunnen hebben om contact op te ne men met de instanties in Den Haag. Daarbij is inderdaad het briefje aan de orde dat aan de bewoners is gestuurd en dat de heer Crul zojuist ook heeft genoemd. Verder zou ik er in dit verband op wil len wijzen dat de minister van Volkshuisvesting een nieuwe nota heeft toegezegd die volgende week uitkomt. Daarin gaat het met name over de verbetering van woningen in oude stadswijken en het is heel goed mogelijk dat daaruit nieuwe mogelijkheden zullen blij ken. Het is juist met het oog op deze mogelijkheden dat wij het college verzoeken attent te blijven in het belang van de bewoners. De heer VAN CAULIL: Wanneer de heer Crul zegt dat het college de mogelijkheden moet onderzoeken en hij voegt daaraan toe dat hij zich ervan bewust is dat dit tot problemen kan leiden, wil ik daar het volgende over opmerken. Ik heb geen enkele moeite met deze motie, maar wij moeten ons goed realiseren dat het niet beginnen met de renovatie kostenverhogend zal werken, hetgeen weer tot een huurverhoging kan leiden. Ik zou het college dan ook willen ver zoeken al het mogelijke te doen om aan de wensen tegemoet te komen, maar laten wij er in ieder geval voor zorgen dat op tijd met de werkzaamheden wordt begonnen. Wanneer de indieners van de motie dat met mij willen onderstrepen ga ik graag met de motie akkoord. Wethouder VAN DUN: Nu ik in derde instantie spreek moet ik ervoor oppassen dat er straks geen beslissing wordt genomen over een onduidelijke zaak. Ik heb een aantal sprekers horen zeggen dat zij geen bezwaar hebben tegen de motie tegen de achtergrond van de intentie zoals die door het college naar voren is gebracht. De heer Crul en mevrouw van Nes spitsen dat echter nog iets verder toe. Ik wil daarom een laatste poging doen om duidelijk te maken hoe wij de motie interpreteren. Met punt a. hebben wij geen moeilijkheden, als men daar met name de intentieverklaring van de afdeling voor openbare werken bij incalculeert, dat er op 1 mei wordt begonnen met de renovatie van de vier woningen van diegenen die zich al akkoord hebben ver klaard. Dit in verband met onze verplichtingen tegenover de aan nemer en de doelstellingen met de renovatie van raad en college. Overleg met de wijkbewoners, rechtstreeks zoals de heer Crul vraagt, is dus toegezegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 405