17 APRIL 1972
406
Vervolgens de huurverhoging. Ik meen dat ik wat dit betreft
even een misverstand moet wegnemen. Wanneer er in de brief
aan de bewoners een opening gegeven is, is dat in die zin dat
de huren op dit moment niet exact door de minister zijn vastge
steld. Zij liggen in de orde van grootte die ik eerder deze avond
heb aangegeven, maar pas later zal blijken hoe hoog de kosten
precies zullen zijn. Ik heb gezegd dat aan de renovatie van elke
woning een kostprijs van 18. 000,-- ten grondslag ligt, maar hoe
hoog ait bedrag precies zal zijn weten wij op dit moment gewoon
nog niet en vandaar dat de huurverhoging nog vrij globaal is aan
gegeven. Dat hebben wij ook aan de Dew oners geschreven, namelijk
aat het ongeveer dit bedrag zal zijn, maar dat het ook iets hoger
of iets lager kan uitvallen. Als daar moeilijkheden door ontstaan
zijn er de mogelijkheden van de individuele huursubsidie en de bij
standswet. Dat zijn op dit moment de enige mogelijkheden en daar
om kunnen wij de raad nauwelijks toezeggen dat wij alle mogelijk
heden zullen onderzoeken, in de wetenschap dat die mogelijkheden
er niet zijn. Terecht zegt mevrouw van Nes dat het college attent
moet zijn op eventuele nieuwe mogelijkheden die zich voordoen.
Daar zijn wij het helemaal mee eens, want het zou natuurlijk on
zinnig zijn als het college van die nieuwe mogelijkheden geen ge
bruik zou maken, maar die calculeren wij dan ook in deze motie
in. Wanneer wij ons beperken tot de toezegging dat wij attent zijn
op mogelijkheden die geopend worden door nieuwe regelingen, met
daarbij de verwijzing naar de individuele huursubsidie en ae bij
standswet -- zo interpreteren wij punt b. -- hebben wij ook op dat
punt geen moe ilijkheden met de motie.
Voor punt c. geldt precies hetzelfde. Daar is sprake van de indi
viduele financiële positie van de bewoners. Op het ogenblik is de
uitkering volgens de regeling 1500,--, maar als morgen door een
nieuwe regeling 2000,-- kan worden gegeven grijpen wij die kans
natuurlijk en dan krijgt de raad de volgende maand een voorstel
voorgelegd dat daarop betrekking heeft. Dat moeten wij dan gewoon
doen, maar vooralsnog is de enige mogelijkheid op dit punt nog ge
legen in de bijstandswet. Aan punt d. tenslotte kan ik voorbijgaan.
Wanneer men de motie aldus gei'nterpreteerd kan onderschrijven,
kan ik u zeggen dat het college die wil overnemen.
De VOORZITTER: Ik stel u voor de motie in deze context met
algemene stemmen te aanvaarden.
De heer AMERICA: Ik zou u willen vragen aan punt d. nog toe
te voegen "en de afdeling voor sociale zaken".
De VOORZITTER: Dat was ik al van plan, mijnheer America.
Wanneer wij in punt d. het amendement van de heer America
opnemen dat ook de afdeling voor sociale zaken daarbij betrokken
wordt, bestaat er geen enkel verschil van mening meer over de
punten a. en d. Wat de punten b. en c. betreft bestaat er geen
twijfel dat het college attent zal zijn op nieuwe mogelijkheden
en dat het die dan ook zal uitbuiten. In die context zouden wij
de motie met algemene stemmen aanvaard willen zien, met de
kanttekeningen die de wethouder daar namens het college bij heeft
geplaatst met betrekking tot de individuele huursubsidie en de bij
standswet.