40
20 JANUARI 1972
deze kandidaatstelling even te laten rusten en hierover naar ik aanneem
in februari te beslissen. Er zal dan gedurende korte tijd een vacature
blijven bestaan, hetgeen mijns inziens geen bezwaar is.
De raad kan zich met het voorstel van de voorzitter verenigen.
24. Bijlage nr. 21
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET GA
RANDEREN VAN HYPOTHECAIRE LENINGEN TER BEVORDERING
VAN EIGEN WONINGBEZIT.
25. Bijlage nr. 22
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING
VAN DE BEGROTING 1972 VAN DE GEMEENTELIJKE SOCIALE DIENST
(TUSSENREGULARISATIE).
26. Bijlage nr. 23
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING
VAN DE BEGROTING 1971 VAN DE BESTUURSCOMMISSIE SOCIALE
WERKVOORZIENING (TUSSENREGULARISATIE).
27. Bijlage nr. 24.
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE DE
VOORGENOMEN OPHEFFING VAN DE STICHTING FINANCIERINGS-
INSTITUUT "DE BARONIE".
3 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig deze voorstellen besloten,
28. Bijlage nr. 25
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HER
ZIENING VAN DE MAXIMUMTARIEVEN, WELKE INGEVOLGE DE
GELDSCHIETERS WET, ALS LENERSVERGOEDING MOGEN WORDEN
GEHEVEN.
De heer CRUL: Ik wil voorafgaande aan de discussie even een
punt van orde met betrekking tot deze mededeling stellen. Bijlage 25
wordt nl. als mededeling gebracht en voorzover ik kan beoordelen is
dit nietjuist. Ik meen dat uit de laatste zin te moeten concluderen.
Hierin wordt nl. gezegd dat er een advies uitgebracht wordt en ik stel
mij voor dat er normaliter over een mededeling geen advies wordt uit
gebracht. Verder meen ik dat er in de mededeling een besluit verwe
ven is en dat wij dus van een voorstel zouden moeten spreken. Ik wacht
graag uw antwoord hierop even af.
De heer BROEDERS: Ik geloof dat wij door het opnemen van de
laatste zin in het stuk in onze welwillendheid ten opzichte van de
raad wat te ver zijn gegaan. Ik ben nl. van mening dat indien als
gevolg van de behandeling van het voorstel - bijlage 291 - de maximum-
tarieven ingevolge de geldschieterswet zouden worden verhoogd, een en
ander automatisch tot aanpassing zou hebben kunnen leiden. In een in
terne bespreking heb ik als mijn mening naar voren gebracht het niet
correct te vinden als de raad niet zou worden ingelicht en vandaar de
ze mededeling. Wij hebben deze aangelegenheid ook nog op de agen
da van de raadsafdeling voor de financiën geplaatst en ik heb er geen