432
24 APRIL 1972
voorstellen die op tafel lagen. Ik verklap namelijk helemaal geen
geheim als ik zeg dat er lang niet altijd grote overeenstemming was
tussen alle leden van de democratiseringscommissie over wat er aan
het college of de raad zou moeten worden voorgelegd. Ik zeg het
maar zo voorzichtig mogelijk.
Een groot deel van de werkzaamheden van de democratiserings
commissie zal door deze nieuwe commissie worden overgenomen en
het lijkt mij vanzelfsprekend dat het werk van de democratiserings
commissie ook zonder meer aan de orde wordt gesteld in deze com
missie. Ik hoop en verwacht dat dit het college en de raad snel zal
bereiken. Persoonlijk vind ik het gelukkig dat - de heer Van Os heeft
daar ook op gewezen - hierdoor het overleg met de fractievoorzitter
het veel besproken en bekritiseerde seniorenconvent, welk woord hier
mee misschien voor het laatst is uitgesproken in deze raad, ter ziele
is. Ik zou daar ook een lijkrede bij kunnen houden, maar daar heb ik
niet zo verschrikkelijk veel behoefte aan. Ik meen dus te mogen ver
wachten dat ook op dit punt vele bestaande of vermeende moeilijkheden
door deze commissie kunnen worden opgevangen.
De heer Van Os heeft ook nog een opmerking gemaakt over de
openbaarheid en het openbaar maken van overheidsstukken. Ik zou nog
eens met nadruk willen zeggen dat vooral die openbare afdelingsverga
deringen die door de democratiseringscommissie bij het college zijn
ingebracht een wijziging betekenen van het reglement van orde. Dat
is het enige excuus dat ik wil aanvoeren. Aangezien die wijziging
van het reglement van orde nog niet voltooid was - die is nu nagenoeg
klaar en komt dus ook in deze commissie aan de orde - kon dat toen
nog niet worden gerealiseerd. Ik geloof echter dat deze zaak vrij snel
in orde zal zijn als zij in deze commissie ter sprake komt.
Ik heb wat moeite gehad - maar daar ben ik inmiddels alweer
overheen - met die overval op de commissie met artikel 62 lid 2.
Ook vanuit de democratiseringscommissie is deze gedachte naar vo
ren gekomen en het is dus niet helemaal als een verrassing gekomen
voor de raad. Inderdaad zijn wij met een stuk gekomen waarin wij
de pro's en contra's van dit artikel hebben uiteengezet. Daar wordt
nu een begin mee gemaakt, het is een experiment en wij moeten
hopen dat dit nu ook met succes zal worden bekroond. Inderdaad is
de commissie een mengvorm. Tenslotte kan ik de heer Van Os nog
toezeggen dat aan de vergadertijdstippen van de commissie bekend
heid zal worden gegeven, inclusief de agenda die in die vergaderingen
zal worden besproken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
31. Bijlage nr. 152
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE
MING VAN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE VAN ALGEMENE ZA
KEN.
De VOORZITTER: Wanneer mocht blijken dat er een grote uniformi
teit in de opvattingen bestaat wil ik een poging doen niet tot stemming
over te gaan. Ik verzoek de raad over te gaan tot het aanwijzen van
kandidaten.
De heer VAN DUIJL: Namens de K. V. P. en de P. C. G. stel ik