435
24 APRIL 1972
Berichten en in Elseviers Weekblad. Via de onvolprezen knipselkrant
hebt u die zelf aan ons ter beschikking gesteld.
In die artikelen worden enkele gevolgen beschreven van het af
sluiten van stadswijken of gedeelten daarvan. Het rapport noemt twee
factoren die duidelijk pleiten voor afsluiten van het stadscentrum, na
melijk in de eerste plaats het behouden van het historisch karakter van
dat stadscentrum en in de tweede plaats het handhaven van de econo
mische superioriteit van dat centrum. De vergroting van de commer
ciële en esthetische aantrekkingskracht van de stad heeft reeds geleid
tot het afsluiten van diverse stadscentra en de gevolgen zijn interessant.
De luchtverontreiniging vermindert sterk, het afsluiten van een deel
van het centrum van Wenen bijvoorbeeld deed de vervuiling door kool-
monoxyde dalen met ongeveer 70 Wat voor onze Grote Markt inte
ressant is, is het feit dat in Wenen in de eerste periode na de afsluiting
de winkelomzet met 25% tot 50% werd vergroot. Vergroting van de om
zet werd ook in andere steden na afsluiting geconstateerd.
Terecht zou de wethouder nu in dit stadium kunnen opmerken
dat ik namens onze fractie niets anders bepleit dan datgene wat hij of
wat het college zich in de toekomst eveneens voorstelt met betrekking
tot onze Grote Markt. Het verschil van inzicht ten aanzien van de
leefbaarheid van het stadscentrum en het afsluiten van de Grote Markt
richt zich dan ook veeleer op de fasering, met andere woorden: hoe
snel moeten nu welke maatregelen worden genomen. Daarvoor zijn
van de kant van het college indertijd vele alternatieven aangedragen,
elk met zijn eigen specifieke nadelen en voordelen. Voor onze fractie
heeft de keuze zich in feite direct al beperkt tot twee alternatieven:
a. het voetgangersdomein over de gehele Markt, inclusief het eerste
gedeelte van de Veemarktstraat, of b. daarop duidelijk een concessie
doen, door of op het noordelijk deel, of op het zuidelijk deel de mo
gelijkheid tot parkeren open te laten.
Onze fractie is van mening dat er aan een dergelijke concessie,
dus toch parkeren op de Markt, zoveel nadelen verbonden zijn, dat
men, wil men werkelijk streven naar de Grote Markt als hét ontmoe
tingscentrum, dé ontmoetingsruimte van onze stad, wel moét kiezen
voor een autovrije Markt en dan niet straks, maar reeds nu. Indien in onze
stad het sociale verkeer weer als vroeger moet kunnen functioneren, is het
afsluiten van een stukje van de Markt zonder meer onvoldoende. Boven
dien introduceert men op de Markt zelf een grote onbillijkheid wanneer
men een deel daarvan tot parkeergelegenheid devalueert. In ons voor
stel gaan wij daar uitvoerig op in. Wanneer men namelijk op een deel
van de Grote Markt parkeergelegenheid laat bestaan, zal men dat deel
ook alleen en uitsluitend als parkeergelegenheid beschouwen. Men zal
daar veel verkeer aantreffen, men kan er zijn auto wegzetten, maar
het lawaai en de luchtverontreiniging zullen de bezoeker ertoe laten
neigen daar snel zijn wagen te parkeren, om daarna zo vlug mogelijk
naar dat deel van de Markt of van het afgesloten terrein te verdwijnen
waar het, althans naar verhouding, een stuk beter toeven is dan op
het gedeelte waar men wel mag parkeren. Met andere woorden: men
devalueert op deze wijze het ene deel van de Markt ten opzichte van
het andere.
Naar onze mening is dit ook niet nodig. Op de Oude Vest, op
de haven, in de parkeergarage, op het Chasséveld en straks op de hoek
Beijerd-Vlasakker is naar onze mening voldoende parkeerruimte aan
wezig. Uiteraard willen wij concessies doen wat betreft het autovrij
maken van de Markt voor trouwstoeten en eventueel ook voor bejaarden