438 24 APRIL 1972 in feite het gehele centrum van de stad gemakkelijk moeten kunnen bereiken. Graag zou ik zien dat voor deze mensen via het openbaar vervoer bepaalde voorzieningen zullen worden getroffen. Hoe, dat zal te zijner tijd wel aan de orde komen, maar ik vraag er op dit mo ment uw grote aandacht voor. De heer VAN DUIJL: Ik zou met betrekking tot dit voorstel van het college op dit moment nog niet zo ver willen gaan als de heer Sandberg. Mijnerzijds bestaat er nog geen bezwaar tegen de door het college voorgestelde fasering, hoewel ik het in grote lijnen met de heer Sandberg eens ben wanneer hij het heeft over de verkeersgeleiding. De heer Sandberg heeft in hoofdzaak gesproken over de twee verkeers stromen die elkaar ontmoeten via de vismarktstraat en de Catharina- straat en ik ben het volledig met hem eens dat dit een zeer gevaarlijke situatie oplevert. Anderzijds zal de wethouder mij moeten toegeven dat er een fout in de tekening zit, want naar ik heb vernomen staat de pijl in de Molenstraat de verkeerde kant op. Daardoor wordt de zaak alleen maar vereenvoudigd, maar het wil wel zeggen - en daarmee kom ik aan de andere kant van het verkeersgeleidingsplan - dat het verkeer dat uit de Halstraat via de St. Janstraat in de richting van de Veemarktstraat gaat rechtsaf kan buigen in de richting van de Molen straat en rechtdoor kan gaan in de richting van de Veemarktstraat. Daarnaast betekent het ook dat verkeer komende uit de richting van de Annastraat daar ook het kruispunt nadert en ik hoef niet te vertel len dat juist deze hoek bijzonder onoverzichtelijk is. Ik stel mij dan ook voor dat een dergelijke verkeersgeleiding aanleiding zal geven tot verkeersongelukken op deze hoek. De enige mogelijkheid voor de automobilisten uit de Annastraat is eventueel de Molenstraat in te rij den, maar zij moeten dan rekenen op verkeer uit de St. Janstraat, dat zij evenwel niet kunnen zien voordat zij helemaal op de hoek zijn. De enige oplossing voor dit probleem is het plaatsen van spiegels, hoe wel ik dat een zeer ongelukkige manier vind om een verkeersprobleem op te lossen. Vervolgens kom ik aan de Grote Markt, die volgens dit voorstel voor de helft zal worden afgesloten. In dat verband wijs ik op de on gelukkige situatie bij de bijzonder ontsierende schutting. Ik zou het college willen voorstellen in overleg met de eigenaar van deze grond, wanneer de Markt wordt afgesloten, ervoor te zorgen dat deze schut ting zo hoog wordt gemaakt dat de zeer lelijke muur die erachter zicht baar is aan het oog wordt onttrokken. Wellicht is het zelfs mogelijk te bereiken dat er aan deze plaats een andere bestemming wordt gegeven. Kijken wij nu naar de verkeersgeleiding aan de andere kant, dan ben ik. het volledig met de heer Sandberg eens. Ik zie namelijk niet in dat u hier een verkeersgeleiding krijgt die beantwoordt aan de ge dachten van het college. Omdat wij toch in de eerste fase zitten van de afsluiting is volgens mij de enige oplossing het verkeer dat via de Vismarktstraat binnenkomt met een zeer korte groene fase een beperk te mogelijkheid te geven de Catharinastraat in te rijden. Mijn gedachten gaan er dan naar uit het verkeer vanaf de Haven niet toe te laten via de Vismarktstraat, maar het toch te laten doorstromen om een afvloeiing mogelijk te maken, zoals het college afwijst in zijn voorstel. Het ver keer dat nu namelijk via de Vismarktstraat op het Kasteelplein komt zal waar die twee verkeersstromen elkaar naderen moeten afbuigen, waarna het via een blokje om door de Singelstraat toch weer tevoor schijn komt. Dit schept mijns inziens alleen maar moeilijkheden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 438