440 24 APRIL 1972 Veemarktstraat wanneer de Grote Markt geheel verkeersvrij is. Wan neer het Kerkplein daarbij kan worden betrokken, zou dit een goede aanleiding kunnen zijn de rondloop van de winkelstraten Karrestraat en Torenstraat daarbij te betrekken. Mogelijk zou ook vanuit de ge meente naar de horeca een uitbreiding kunnen worden geboden in de vorm van terrasjes op de Grote Markt en terraseilandjes in het midden. Een suggestie van het comité Behoud Binnenstad is de ondernemers te stimuleren op het terrein van het Zuid een overdekte passage te bou wen, met aan de Karrestraat en aan beide zijden kleine dagwinkels en halletjes. Dit lijkt ons een bijzonder goede gedachte. Verder zou het nu al mogelijk moeten zijn te bekijken of er bomen kunnen worden geplant. Het planten van bomen is mijns inziens niet zo verschrikkelijk kostbaar en dit kan de aankleding van de Grote Markt alleen maar ten goede komen. De heer VAN OS: Na al het voorgaande kan ik vrij kort zijn. Ook wij zijn van mening dat de door het college voorgestelde verkeersgelei ding zinloos ingewikkeld is en dat het leiden van het verkeer door de Singelstraat inderdaad geen oplossing biedt. Nog beroerder lijkt het binnenlaten van het verkeer bij de Vismarktstraat, want het feit dat twee verkeersstromen elkaar ontmoeten in de toch al nauwe Catharina- straat zal ongetwijfeld tot moeilijkheden leiden. Wij kunnen wel iets voor het voorstel van het college voelen waar gesteld wordt dat het een zeker schrikeffect tot gevolg zal hebben wan neer de gehele Grote Markt ineens tot voetgangersdomein wordt gemaakt. Uit andere steden is bekend dat dit wel eens moeilijkheden oplevert. Dit kan echter worden voorkomen wanneer er meteen activiteiten worden ontwikkeld om de Grote Markt wat te stofferen en spontane activiteiten toe te laten, hoewel ik daarbij onderschrijf wat de heer Van Duijl heeft gezegd, want zo spontaan mag men volgens de Bredase A.P.V. hele maal niet zijn. Wanneer ik denk aan straattoneel e. d. veronderstel ik dat men gauw de politie aan zijn broek heeft en dat kan toch zeker niet de bedoeling zijn van alle fraaie kreten in het groene boek. Welke effecten een en ander zal hebben is uiteraard niemand bekend en wanneer men mij vraagt mijn voorkeur uit te spreken voor het voorstel van het college of het initiatiefvoorstel van de V. V. D„ moet ik zeggen dat mijn fractiegenoten en ik de voorkeur geven aan het laatste. Met betrekking tot de parkeerruimte onderschrijf ik hetgeen me juffrouw Paulussen zojuist heeft gezegd. Wanneer de huidige situatie in de Vismarktstraat wordt gehandhaafd, bestaat de mogelijkheid de binnenstad vanaf die zijde te benaderen en het ligt dan voor de hand de - zeker voorlopig - openblijvende ruimte in de buurt van het Span jaardsgat te benutten als parkeerruimte. Iedereen is dan bijzonder dicht bij het centrum van de stad. Er zijn enkele vergelijkingen gemaakt met andere steden, maar wanneer men over Wenen spreekt heeft men het natuurlijk wel over heel andere afstanden. Afgezien van bejaarden en gehandicapten kan het voor niemand een bezwaar zijn, zelfs niet voor raadsleden, zijn auto buiten de cityring te parkeren en van daaruit wan delend het centrum binnen te komen. Die mogelijkheid bestaat vanaf elk punt van de rand van de city zoals wij die hier op de kaart getekend zien binnen vijf minuten. Men kan op eenvoudige wijze het hart van de stad te voet bereiken en allerlei ingewikkelde verkeersstromen zijn dan ook volmaakt overbodig. De heer VAN OVERVELDT: Gaarne wil ook ik nog enkele opmer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 440