442 24 APRIL 1972 te nemen met de verkeersgeleiding zoals door het college voorgesteld, want het is inderdaad bijzonder belangrijk dat de Grote Markt voor de brandweer goed bereikbaar blijft, hoewel ook ik van mening ben dat de circulatie door de Singelstraat niet optimaal is en nogal wat bezwa ren oproept. Ik hoop dat het college dit punt nog eens in overweging wil nemen. De heer Sandberg heeft een voorstel ingediend, maar hij heeft daarbij geen berekeningen gevoegd. Hij zegt alleen dat er gelden vrijkomen die dan kunnen worden gebruikt voor de stoffering van de Grote Markt. In het voorstel van het college is voorzien in een zeer summiere stoffering van het zuidelijke deel van de Grote Markt, maar als de hele Grote Markt verkeersvrij wordt gemaakt zal er veel meer stoffering nodig zijn en daarvoor zal dan ook heel wat meer geld op tafel moeten komen. Daarom handhaaf ik voorlopig het standpunt dat ik. in de afdelingen heb ingenomen en steun ik het voorstel van het college, met de bedenkingen die ik heb ten aanzien van de ver keersgeleiding. De heer GEENE: Ik moet zeggen dat ik mij bij de heer Kroon in goed gezelschap bevind en dat ik het ook eens ben met een aantal argumenten dat genoemd is door de heer Van Overveldt. Ik weet mij daarbij gesteund door het feit dat een van de bekendste adviesbureaus voor verkeerszaken in Nederland enkele dagen geleden de resultaten bekend heeft gemaakt van zijn bevindingen op het gebied van het ver keer in een kleine stad in Brabant. Aanleiding tot dit onderzoek was het voorstel van het college aan de raad van die stad de binnenstad geheel af te sluiten voor het autoverkeer. Hierover ontstond enige discussie in de raad, men kwam er niet uit en deswege gaf men dit bureau opdracht een onderzoek in te stellen. Dit bureau heeft die gemeente geadviseerd kortparkeerders in de binnenstad toe te laten in het belang van de neringdoenden. De motivering die zij daarvoor geven is dat de auto nog tot het stadsbeeld behoort en dat men de mentaliteit van de bezoekers van de binnenstad nog met rijp acht om de binnenstad voor het autoverkeer te kunnen afsluiten. Ik ben dan ook van mening dat het voorstel van het college al ver genoeg gaat. Het college wil een proef nemen en de kat uit de boom kijken en daarbij kan ik mij volledig aansluiten. De heer VON SCHMID: Ook ik zal na alles wat er al gezegd is trachten zo kort mogelijk te zijn. Wij zijn er in onze groep niet he lemaal uitgekomen, omdat wij niet allemaal precies gelijk denken over dit voorstel, mede in verband met het initiatiefvoorstel van de V.V.D. Persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat op een gegeven moment de gehele binnenstad verkeersvrij zal moeten worden gemaakt en daarom vind ik het jammer dat hier een fasering wordt toegepast. Ik vraag mij trouwens af wat de reden is voor deze fasering, want als het een experiment is - en ik stel voorop dat wij het er over eens zijn dat elke oplossing die nu gezocht wordt een experiment moet zijn en dat er juist in die experimentele fase doorgeteld moet worden wat het verkeer betreft, waarbij ook de reacties van bewoners en neringdoen den moeten worden afgewacht - kan men zich afvragen waarom dan niet ineens met de gehele Grote Markt een experiment wordt opgezet. Als het namelijk mocht mislukken is dat even gemakkelijk weer terug te draaien, vooral als het maar voorlopige voorzieningen zijn, als wan neer het maar voor de helft van de Markt geldt. Het tweede argument waarom ook ik geneigd ben het initiatief-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 442