443 24 APRIL 1972 voorstel van de V. V.D„ te steunen is de reeds in alle toonaarden be sproken verkeerssituatie die ontstaat wanneer het plan van het college zoals dat nu voor ons ligt wordt doorgevoerd. Ik hoef daar niets meer aan toe te voegen na de veelzeggende woorden die daarover gesproken zijn. Ik onderschrijf die ten volle. Ik zou nog wel de opmerking willen maken dat juist het gedeelte van de Grote Markt voor het stadhuis heel belangrijk is als ontmoetings centrum. Ik noem in dit verband het informatiecentrum, want ik ge loof dat het heel plezierig zou zijn als het publiek daar kan wandelen, zodat die ontmoeting daar ook inderdaad tot stand kan komen. Daar om lijkt het mij helemaal niet aanlokkelijk als juist daar al die auto's komen te staan, want dan zullen de mensen wel aan de andere kant blijven in plaats van dat zij komen in het gebied waar zij eigenlijk zouden moeten zijn. Het moet mij nog van het hart dat de verkeerstellingen zoals die tot nu toe zijn gehouden mij persoonlijk niet veel zeggen, want als het college toch van plan is op een gegeven moment de gehele Grote Markt af te sluiten, gelden zij natuurlijk al niet meer, omdat zij gericht waren op een gedeeltelijke afsluiting. Dit is dan ook slechts een zeer betrekkelijk argument dat voor mij dan ook niet telt. Tot slot wil ik nog verklaren dat ik persoonlijk zeer geporteerd ben voor het initiatiefvoorstel van de V.V.D. Ik wacht met belangstel ling het antwoord van het college af, maar op voorhand zijn wij geneigd het initiatiefvoorstel te volgen. De heer SEVERENS: Ik wil volstaan met op een enkel aspect nog even de nadruk te leggen. Ik kan het eens zijn met de uitgangspunten van het voorstel, waar het college stelt dat de Grote Markt vrijgemaakt moet worden van de rijweg en het parkeerterrein. Het tweede uitgangs punt is dat de Markt primair ontmoetingsruimteimoet zijn, maar ik meen dat onvoldoende in het voorstel van het cóllege naar voren komt dat het hier gaat om een marktplein. Juist als marktplein gaat het mijns inziens om een ruimtelijke eenheid, met een aantal functies die duidelijk met elkaar verband houden. Het voorstel houdt echter in dat men de Markt zo'n beetje doormidden wil snijden en bereikbaar wil houden voor auto's, met alle gevolgen van dien. Daarmee wordt mijns inziens tekort gedaan aan de idee van de Grote Markt als marktplein en vandaar dat ik niet goed kan inzien hoe men wil experimenteren op basis van een slechts ge deeltelijk functioneren van dat plein. Ik heb het gevoel dat een dergelijk halfslachtig experiment ervaringen zal oproepen waarmee wij weinig kunnen doen en in dat licht bezien lijkt het mij verstandiger het plein als ruimtelijke eenheid van functies als uitgangspunt te nemen en dan ook vanuit die schaal te gaan experimenteren voor een bepaalde perio de. De heer VAN CAULIL: Ik wil een punt noemen waaraan tot nu toe geen aandacht is besteed en wel het volgende. Ik zou het college willen vragen toch vooral niets definitiefs te doen en het bij proefne mingen te laten. Wanneer namelijk de nieuwe invalsweg klaar is bij de Lunetbrug, met een andere verkeersgeleiding, zou het kunnen ge beuren dat er een zo groot verkeersaanbod komt in de richting van de Grote Markt, dat wij alsdan een andere mening zullen zijn toegedaan dan op dit moment. Ik kan daarom wel instemmen met een experiment maar wij moeten wel weten wat wij doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 443