446
24 APRIL 1972
experimentele fase de Grote Markt in zijn geheel autovrij moet worden
gemaakt, maar dat dit in fasen moet gebeuren en dat het zuidelijke
deel het eerst aan de beurt moet komen. Nadere bestudering van de situatie
ter plaatse maakt namelijk duidelijk dat een aansluiting van het zuidelijk
deel op het voetgangersdomein het meest logisch is. Het sluit dan aan
op het bestaande voetgangersdomein, enerzijds komend van de Ridder
straat en aan de andere kant vanuit de Brugstraat. Het daarbij aanslui
ten van het zuidelijk deel en doortrekken in de Veemarktstraat is voor
het construeren van een voetgangersdomein de meest logische gedachten-
gang, logischer dan eerst het noordelijke deel te bekijken. Voor de uit
voering in fasen zijn naar mijn oordeel bijzonder belangrijke redenen
aan te voeren, In de eerste plaats omdat wij, wat wij ook willen reali
seren op de Grote Markt, daarvoor de medewerking van alle bewoners
nodig hebben en daarom is het belangrijk dat wij - de heer Van Os
heeft gesproken van een schrikeffect - een uitnodiging richten tot de
bewoners van het zuidelijke gedeelte wanneer wij daarmee beginnen.
Mejuffrouw Paulussen heeft de suggestie gedaan van het plaatsen van
terrasjes midden op de Markt, maar dat kan de gemeente niet alleen,
zij heeft daarvoor de medewerking van de bewoners nodig. Is men
eenmaal aan het idee gewend, dan zal het veel gemakkelijker zijn
op middelkorte termijn het noordelijke gedeelte erbij te betrekken
wanneer men van tevoren heeft gezien dat het kans van slagen heeft.
Ik ben er van overtuigd dat, als wij nu de hele Grote Markt in een
keer zouden afsluiten, dit dermate grote weerstanden zou oproepen bij de
omwonenden, dat wij die noodzakelijke medewerking te enen male zou
den moeten ontberen.
Er is nog een reden om het in fasen te doen en daarmee beantwoord
ik een heleboel vragen. Wij moeten namelijk bijzonder voorzichtig zijn
met de bereikbaarheid van de binnenstad en met name van de Grote
Markt. Zoals bekend zijn er in de wijken van onze stad bijzondere en
unieke wijkvoorzieningen. Waarom gaat men nu naar de binnenstad?
Men gaat naar die binnenstad om gebruik te maken van de hooggekwali
ficeerde, eenmalige voorzieningen die alleen in de stad zelf en niet
in de wijkcentra te vinden zijn. Ik wil mij wat voorzichtig uitdrukken,
maar het moet mij nu toch van het hart dat men zich kan afvragen of
de binnenstad op dit moment niet meer impulsen nodig heeft om die
hoogwaardige, eenmalige voorzieningen te bieden. Dat zal nodig zijn
opdat de bewoners van Breda niet worden afgeschrikt door moeilijkhe
den met parkeren en de moeilijke bereikbaarheid van de binnenstad,
waardoor hij die binnenstad de rug zou toekeren en niet in zijn eigen
wijkcentrum, maar buiten Breda datgene zoekt wat hij nodig heeft.
Samengevat kan ik stellen dat het probleem van de Grote Markt
dient te worden opgelost in fasen om te komen tot een zekere gewen
ning en om - de raad heeft het vaak over overleg met de bewoners -
verzekerd te zijn van de medewerking van de omwonenden, in de
eerste plaats om na gebleken succes in een zeer kort tijdsbestek dit uit
te bouwen en ten tweede de bereikbaarheid van de Grote Markt niet
direct in te snoeren, omdat ook daar gewenning nodig is, wil men de
gang naar de binnenstad blijven maken.
Na deze inleiding, waarin ik heb getracht het voorstel wat vlees
en bloed te geven, wil ik overgaan tot de beantwoording van de afzon
derlijke vragen van de verschillende sprekers.
De heer Dees maakt naar mijn mening de fout dat hij zegt dat
het college voor B 3 heeft gekozen en dat het daarmee 62% van het