451 24 APRIL 1972 in feite nauwelijks sprake is. Wanneer wij nu kiezen voor het ene deel zullen wij het andere deel nooit en te nimmer kunnen uitvoeren. Met betrekking tot de stoffering van de Grote Markt opent het voorstel van het college onzes inziens geen enkel perspectief. Het krediet van 23.000, -- dat nu wordt vrijgemaakt, zal in hoofdzaak gaan naar verkeersgeleidende voorzieningen, waarschijnlijk zal er geen cent over blijven om het zuidelijke deel van de Grote Markt ook maar de indruk te geven van een voetgangersdomein. Dat is in ons voorstel niet het geval. Dit gaat uit van zeer summiere verkeersmaatregelen, wat be tekent dat er een veel groter deel van het toch al geringe bedrag besteed kan worden om iets te doen aan de visuele presentatie van de Grote Markt. In ons voorstel kunnen er wellicht een paar banken worden neergezet rond om "Judith" en kunnen er wat kleinere groenvoorzieningen worden aange bracht, bijvoorbeeld in de vorm van bloembakken. Er is ook gesproken over bomen. Belangrijker is echter dat, zoals ik ook in eerste instantie heb getracht naar voren te brengen, met ons voorstel de gemeente een eerste aanzet kan leveren, waardoor alle betrokkenen bij de Grote Markt gestimuleerd zullen worden om op korte termijn hun bijdrage te leveren aan de verfraaiing van de Markt. Ik denk dan aan uitstalkasten, terras jes, zomerconcerten op een podium, wat ons betreft geeft het gemeen tebestuur vergunning voor een permanente bloemenstal, kortom, dat is dan de kleur en de fleur op de Markt die zo uitvoerig wordt beleden. Wanneer wij daar echter niet echt iets aan gaan doen komt er, ook niet in het experiment van het college, geen enkel perspectief in. De heer Van Duijl heeft het gehad over de schutting van het Zuid. Dat zijn allemaal details van de Grote Markt die, zoals in ons voorstel duidelijk tot uitdrukking komt, in één groot geheel moeten worden aan gepakt. Het komt mij voor dat er van die schutting wel een eenvoudige etalage zou zijn te maken. Dat is geen zaak van de gemeentelijke over heid, maar van een particulier initiatief van een middenstander die daarin zijn producten wil uitstallen. Daarmee zou die schutting bepaald een meer functionele inbreng hebben in het totale gebeuren dan zoals het ding er nu staat. Vervolgens een stukje oud zeer van mijn kant: misschien blijft er in ons voorstel zelfs wel een paar gulden over om nu eindelijk eens de borden te laten schilderen die verwijzen naar onze Grote Markt, de stadsschouwburg, het Turfschip, enz» Ik heb daar al vaker om ge vraagd. Het is immers een feit dat er ook niet-Bredanaars naar die Markt moeten worden gelokt, op dat die een centrumfunctie kan ver vullen in het stadsgebeuren, maar zij moeten die Markt dan ook wel kunnen vinden. Wij kunnen nu wel een mooie Markt creëren met een voetgangersdomein, maar als mensen van buiten Breda die niet kunnen vinden zijn wij nog maar halverwege. Er is gesproken over een taxistandplaats op de Grote Markt. Deze suggestie wi llen wij graag overnemen. Misschien verdient het zelfs aanbeveling die taxistandplaats dan voor het informatiecentrum te maken, maar daar kunnen wij in later instantie altijd nog over van gedachten wisselen. Het lijkt mij in ieder geval een goed idee. Het verkeer vormt in feite natuurlijk een heel hoofdstuk apart, zoals de wethouder ook heeft betoogd. Van vrijwel alle kanten in de raad zijn overwegende bezwaren geuit tegen de verkeersafwikkeling die het college voorstaat. Het kernpunt is mijns inziens het verbannen van het doorgaande verkeer. Het college kiest voor het aanbrengen van zoveel mogelijk belemmeringen voor het doorgaande verkeer, maar toch geeft het een gedeeltelijke hoofdprijs, want wanneer men al die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 451