452 24 APRIL 1972 belemmeringen heeft overwonnen vindt men uiteindelijk toch nog een parkeergelegenheid op de Grote Markt. Het is dus alleszins de moeite waard. In dit verband vind ik het dan ook een beetje vreemd dat de wethouder tegen mij zegt naar aanleiding van ons voorstel, waarin wij pleiten voor een permanent maken van de situatie op dinsdag en vrij dag tijdens de koopmarkt, dat iedereen weet hoe tragisch het verkeer zich dan afwikkelt. In feite is dat precies de belemmering waar het college voor is, want daardoor zullen slechts weinigen zich ertoe la ten verleiden zich naar de binnenstad te begeven, omdat men weet hoe moeilijk het is er weer uit te komen. De wethouder heeft verder gewezen op de weerstand van de om wonenden. Wanneer er een onaantrekkelijk, hol gat wordt gecreëerd is inderdaad alle lol van de Grote Markt af en daardoor wordt dan een weerstand opgewekt waar wij niets aan hebben. De Grote Markt wordt dan namelijk een winderig en tochtig gat waar het slecht toeven is. Wij kennen echter aan de Markt een heel andere functie toe en wij geloven dat er juist voor de middenstand een taak is weggelegd om daar een goed centrum van te maken, maar daar zal de gemeente duidelijk het initiatief toe moeten leveren. Dan nog iets over de parkeergelegenheid. De wethouder zegt een beetje theatraal dat wij nu wel op al die parkeergelegenheid rond om de city kunnen wijzen, maar dat wij daarmee nu pleiten voor het ineens opheffen van alle parkeergelegenheid in het centrum. Zo dra matisch zou ik niet willen doen over die paar parkeerplaatsen op de Grote Markt, althans op het noordelijke gedeelte, want dat is de af wijking die onze fractie voorstaat, namelijk die vijftig parkeerplaat sen daar weg te halen. Overigens winnen wij er nog wel een paar op het Kasteelplein, zodat het getal van vijftig niet helemaal zal klop pen, maar in die buurt zal het wel ongeveer liggen. Wethouder VAN DUN: U vergeet dan de Veemarktstraat en de St. Janstraat. De heer SANDBERG: Het verschil tussen het experiment van het college en ons experiment betreft de vijftig parkeerplaatsen op het noordelijke gedeelte van de Grote Markt en daar moeten wij niet zo dramatisch over doen, afgezien van het feit dat wij een paar parkeer plaatsen winnen op het Kasteelplein, maar daar willen wij geen punt van maken. Zo theatraal is de situatie dus bepaald niet. Van het al of niet manoeuvreren met grote vrachtwagens door de Singelstraat wil ik verder geen strijdpunt maken, maar ik wil toch wel duidelijk tegen de wethouder zeggen dat de verkeersafwikkeling in de Singelstraat natuurlijk beroerd is. Of men daar met een grote wagen nu wel of niet moet manoeuvreren, voor de afwikkeling van het moderne stadsverkeer is de Singelstraat een lachertje, vooral wan neer twee verkeersstromen zich door die straat moeten persen. De wethouder zegt voorts dat het wellicht aanbevelenswaardig is de Catharinastraat af te sluiten. Ik vind het jammer dat dat er zo achteraan komt, want het is natuurlijk wel een leuke suggestie, maar ik vraag mij dan toch af of wij zo langzamerhand dan niet alle toe voerwegen naar de Grote Markt moeten afsluiten en er voetgangersdomein van maken en de Grote Markt zelf, hét ontmoetingscentrum, dan nog als parkeergelegenheid moeten openlaten. Ik zou nog vele opmerkingen kunnen maken die pleiten voor ons voorstel en in feite dus tegen het voorstel van het college, maar ik zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 452