453 24 APRIL 1972 dat niet doen. Dit wellicht tot vreugde van het college en enkele an dere leden van deze raad. Wij hebben uitvoerig aandacht besteed aan de Grote Markt, omdat wij die belangrijk vinden voor het imago, of zo men wil de promotion, van onze binnenstad. Onze fractie is de me ning toegedaan dat het een levensvoorwaarde is voor Breda om een aan trekkelijke woon-en koopstad te blijven waar men zich graag vestigt. Factoren als een verkeersvrije binnenstad maken daarvan een essentieel onderdeel uit en daartoe vormt het voorstel van het college - en ons voorstel eigenlijk ook - nog maar een eerste aanzet. In eerste instantie heb ik al gezegd dat, wil men het sociale verkeer weer als vroeger la ten functioneren, op langere termijn zelfs het afsluiten van enkele stra ten nog niet voldoende is en dat er dan grotere stadsdelen zullen moe ten worden afgesloten. Wat dat betreft ben ik het eens met wat mejuf frouw Paulussen heeft gezegd. Er zal een alternatief gevonden moeten worden voor mensen die gewend zijn aan privévervoer van deur tot deur en dat vereist een ombuiging van de mentaliteit. De heer FROGER: U woont zeker niet in de binnenstad, is het wel? De heer SANDBERG: Onze fractie heeft getracht daartoe een eer ste aanzet te leveren, want wij moeten bepaald niet wachten tot in Breda alles is vastgelopen. Wij hopen daarom toch dat ons voorstel wordt aangenomen. De heer VAN DUIJL: De motivering die de wethouder geeft ten aanzien van de toegankelijkheid van de binnenstad via de Vismarkt- straat voor de brandweer vind ik geen reden om van die kant verkeer toe te laten. Ik ben namelijk van mening dat de brandweer - ik heb het vandaag om 5 uur ervaren - altijd toegang moet hebben, of er nu een stopverbod, een inrijverbod of wat dan ook geldt. Ik zie liever een brandweerauto recht op mij af komen, zodat ik opzij kan gaan, dan dat hij mij van achteren benadert. Het is mij voor een deel ontgaan wat de wethouder heeft gezegd over de afsluiting van de Catharinastraat en daarom zou ik de wethouder willen vragen of hij mij bij interruptie nog even wil uitleggen wat hij bedoelde. Wethouder VAN DUN: Ik heb gezegd dat men, wanneer wij uitgaan van het zo moeilijk mogelijk maken van de route door de binnenstad voor het doorgaande verkeer, in plaats van aan de suggestie van de heer Van Duijl - een korte groene fase bij de Kennedylaan - ook kan denken aan het afsluiten van de Catharinastraat tussen de Annastraat en het Kasteelplein. De heer VAN DUIJL: Dank u wel. Dat zou misschien een mogelijk heid kunnen zijn. De wethouder is daarnaast niet ingegaan op de situatie bij de kruising St. Janstraat-Molenstraat-Veemarktstraat, die ik heb geschil derd en die uitermate moeilijk wordt. Tenslotte wil ik zeggen dat ik, hoewel ik met een afsluiting in fasen van de Grote Markt kan meegaan, bezwaren blijf houden met be trekking tot de verkeersafwikkeling. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik kan mij volledig aansluiten bij een deel van het betoog van de heer Sandberg, maar ik wil daar nog een korte aanvulling op geven. Ik hoor van de wethouder met betrekking tot de inspraakprocedure dat - en ik ben erg blij dat uit de mond van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 453