43 20 JANUARI 1972 heeft betwijfeld of het op die manier zou lukken. De heer Van Graaf- eiland heeft toen meen ik namens zijn fractie verklaard op die basis met het voorstel accoord te kunnen gaan, maar dat wij met de Krediet bank zouden moeten stoppen zodra de kosten niet meer gedekt zouden worden. De heer America heeft daarop gesteld dat wij zelfs als de kos ten niet meer gedekt zouden worden toch de Kredietbank zouden moe ten laten voortbestaan en er dan geld voor over zouden moeten hebben. Mijnerzijds is toen gezegd dat die discussie op een ander moment zou kunnen plaatsvinden. Ik heb toegezegd dat in de raad op een en ander zou worden teruggekomen, indien zou blijken dat de Kredietbank niet langer selfsupporting zou zijn. Uitgaande van die opstelling is tot de tariefswijziging besloten. Misschien kunnen wij over het zakelijk ver schil van mening met de heer Crul na ons geïnformeerd te hebben nog eens nader van gedachten wisselen; ik moet echter stellen dat destijds het voorstel met betrekking tot de tarieven aanvaard is en dat deze mededeling de uitvoering betreft van het destijds genomen besluit. De vergelijking met andere kredietbanken vind ik een moeilijke zaak. Ik heb nog niet het gehele stuk gelezen; ik neem aan dat uit het stuk blijkt dat Breda de hoogste tarieven berekent; ik heb niet horen spreken over te hoge tarieven. Het is mij wél bekend dat meerdere kredietbanken niet dezelfde diensten verlenen als de Bredase kredietbank. Bovendien is het mij bekend dat enige kredietbanken een niet onbelangrijk nadelig sal do hebben; dat is ook een gegeven. Verder is bij de rentebepaling na tuurlijk ook de omvang van de bank van belang. Het lijkt mij bij een uitbreiding van de werkzaamheden van de bank mogelijk dat lagere tarieven berekend worden. Verschillende factoren spelen dus een rol: de soort dienstverlening; de vraag of de gemeente financieel steunt; de omvang van de bank. Op grond van de overgelegde cijfers hebben wij destijds het voorstel met betrekking tot de tarieven gedaan. De heer CRUL: Ik bliif met de wethouder van mening verschillen over het besluit dat genomen zou zijn. Ik heb de notulen van de vori ge raadsvergadering grondig doorgelezen. Er is geen besluit genomen, waaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat deze zaak als medede ling in de raad zou kunnen komen. Ik wil er nu verder maar vanaf stap pen, omdat het niet zo belangrijk is. Belangrijk is wel dat wij de ho gere tarieven berekenen en dat wij zullen moeten nagaan welke oorza ken hieraan ten grondslag liggen. Het heeft wel met de mededeling te maken dat men minder kan berekenen dan de maximum-tarieven. Die mogelijkheid bestaat en vele banken maken hiervan ook gebruik, omdat zij de sociale functie van die banken duidelijk naar voren wil len brengen. In de vorige raadsvergadering is ook aan de orde geweest dat juist ook die renteberekening ertoe zou kunnen bijdragen dat de bank wat meer bekendheid zou krijgen en dat hierdoor klanten zouden kunnen worden aangetrokken. Ik wil het hierbij laten, als ik de toe zegging van de wethouder in die zin kan vertalen dat hij de zaak in de volgende afdelingsvergadering opnieuw aan de orde zal stellen. De heer VAN BANNING: Ik heb om te beginnen behoefte om mijn bijzondere waardering uit te spreken in de richting van de heer Crul in verband met zijn suggestie om op sociale gronden lagere dan de maximum-tarieven in rekening te brengen. Ik moet echter ook zeggen dat wij reeds uitvoerig in de raad over de Kredietbank gedis cussieerd hebben en dat één van de belangrijkste argumenten voor het voortbestaan van de Kredietbank was dat wij een categorie mensen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 43