454 24 APRIL 1972 de heer Van Dun te vernemen - in een democratie rekening moet wor den gehouden met de minderheid. Ik vraag mij alleen af wie op dit moment die minderheid vormt waarover hij spreekt, maar dat hoor ik dan nog wel. De wethouder heeft mij er niet van kunnen overtuigen dat - maar dat zal wel aan mijn ondeskundigheid liggen - men het doorgaande ver keer kan afremmen door de verkeerscirculatie zo moeilijk mogelijk te maken. Ten aanzien van het Zuid meen ik te hebben gezegd dat het college mogelijk ondernemers zou kunnen stimuleren daar een overdek te passage te bouwen, niet dat de gemeente het zelf moet doen. Wat de andere suggesties en opmerkingen betreft hoop ik dat die in de vol gende fase zullen worden meegenomen. De heer VAN OS: De wethouder begint met te zeggen dat het treffen van verkeersgeleidende maatregelen tot de bevoegdheid van het college behoort en niet tot die van de raad. Ik vind dat hij dan als verkeersagent wel een beetje vlug op zijn strepen gaat staan, want ik geloof dat wij er toch nog wel even over mogen praten. Verder was ook ik even verbaasd over de opmerking van de wet houder met betrekking tot de minderheid naar aanleiding van de kreet van de heer Dees. Ik heb even gedacht dat hij met die minderheid het college bedoelde, maar dat zal wel een misvatting van mij zijn. Meer specifiek aan het adres van D'66 zegt de wethouder dat wij het op prijs stellen het verkeer moeilijker te maken. Op sommige plaatsen geldt dat inderdaad, ik meen dat wij het toen hadden over een weg door Breda-Noord. Wanneer de wethouder echter naar aanlei ding van dit plan zegt dat hij het lekker moeilijk wil maken, heb ik nog wel een paar suggesties voor hem, bijvoorbeeld het instellen van tweerichtingsverkeer in de Schoolstraat, dat is helemaal geen kunst. Men kan iemand ook verplichten driemaal over de Markt te rijden voor dat hij verdeT mag, enfin, daar zijn allerlei fraaie oplossingen voor te bedenken. Om kort te gaan, welk plan er ook wordt gekozen, ik zou in ie der geval willen pleiten voor tijdelijke verkeersmaatregelen die wat de verkeersgeleiding betreft geen bijzondere kosten met zich brengen. Verder zou ik willen pleiten voor een duidelijk stimuleren van de acti viteiten op de Grote Markt, waarbij het informatiecentrum een belang rijk coördinatiepunt kan zijn. Tot slot merk ik op dat ik het ten zeer ste zou betreuren als, in afwijking van de tekening die wij hebben ont vangen, het verkeer in de Molenstraat andersom zou moeten zijn, want dan wordt het mijns inziens helemaal een janboel. De heer VAN OVERVELDT: In eerste instantie heb ik een vraag gesteld over vervangende parkeergelegenheid in de omtrek van de Beijerd, namelijk of die zal worden gerealiseerd voor de Grote Markt wordt afgesloten. Ik heb dit gevraagd naar aanleiding van de medede ling dat het college zich voorstelt de raad dienaangaande nadere mede delingen, respectievelijk aanvullende voorstellen te doen. Gaarne zou ik hierop nog een antwoord ontvangen. De heer VON SCHMID: Ik vind het erg moeilijk vanavond, want de wethouder hoopt dat ik onder de indruk van zijn verdediging zou zijn, dat verwacht hij althans. Dat is ook wel zo, want het centrale punt dat nu zeer duidelijk naar voren is gekomen is het weghouden van het verkeer uit de stad. Dat is mijns inziens een heel belangrijk gegeven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 454