457 24 APRIL 1972 de verkeerssituatie in de Molenstraat, de St. Janstraat en de Veemarkt straat met de opmerkingen uit de raad dienaangaande nog eens nauwkeurig zullen bekijken. Op voorhand moet ik tegen de heer Von Schmid zeggen dat de af sluiting van de Catharinastraat, althans het experiment daarmee, lag opgesloten in dit voorstel. Wij aarzelen daar wat mee omdat wij het effect niet precies kennen, maar het ligt inderdaad in de bedoeling in de komende zomer een deel van de Catharinastraat af te sluiten, zodat wij twee verkeerscirculaties krijgen en ook het probleem op het Kasteelplein wat minder wordt. Het gaat ons er vooral ook om het ef fect te bekijken op het Kasteelplein en in de Singelstraat. Het bevreemdt mij enigszins dat mejuffrouw Paulussen eraan twijfelt dat het moeilijker maken van de route een vermindering van het doorgaande verkeer met zich zal brengen. Wanneer men een weg moet kiezen van A naar B, kiest men, wanneer men niet in de binnen stad moet zijn, duidelijk voor de snelste route met de minste obstakels en het ligt dus in de lijn der verwachting dat deze maatregel vermin derend zal werken op de 80% doorgaand verkeer. Wanneer de heer Van Os en mejuffrouw Paulussen het hebben over respect voor de minderheid is dat een oprecht gevoelen. Ik bedoel daar mee in dit voorstel de bewoners van de Grote Markt zelf. Wanneer de heer Van Os ervoor pleit zo nu en dan respect op te brengen voor het college als minderheid, kan ik mij voorstellen dat die situatie zich wel eens in deze raad zal voordoen. De verkeersmaatregelen die wij treffen zijn uiteraard tijdelijk. Na afloop van het experiment zal bekeken moeten worden hoe het de finitief wordt. De heer Van Overveldt moet ik teleurstellen: het is niet mogelijk de vervangende parkeerruimte aan het binnenterrein Beijerd- Vlaszak, dat nu grasveld is, gereed te hebben voor de afsluiting van de Grote Markt. Enerzijds hebben wij namelijk - de heer Sandberg heeft het ook gezegd - veel haast met de Grote Markt, omdat wij daarmee hoe dan ook in het voorjaar klaar willen zijn. Tot slot wil ik nog eenmaal de argumenten van het college sa menvatten. Het doorgaand verkeer bemoeilijken; groeien naar een to tale afsluiting van de Grote Markt in fasen, vanuit het zuidelijke deel omdat dit aansluit aan het bestaande voetgangersdomein. De uitvoering daarvan in fasen in de eerste plaats omdat men zich verzekerd moet weten van de medewerking van de middenstand als degenen die er het meeste belang bij hebben en in de tweede plaats omdat men ten aan zien van de stoffering de mogelijkheid moet hebben een aantrekkelijk beeld van de Grote Markt te krijgen en dat zie ik en ziet het college niet zitten wanneer men de middenstand nu al tegen zich in het har nas jaagt door in één keer de hele Grote Markt af te sluiten. Daarnaast beschikken wij over te weinig financieringsmiddelen om de Grote Markt die aantrekkelijkheid te geven die de heer Sandberg en ik bedoelen. De VOORZITTER: Hiermee zijn wij toe aan de stemmingen. Uit respect voor de raad stel ik voor dat wij eerst het initiatiefvoorstel in stemming brengen en daarna zonodig het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer VAN DUIJL: Gaarne wil ik het college nog een overweging meegeven die het los van dit voorstel of samen met dit voorstel nog eens zou kunnen bekijken in de verkeerscommissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 457