It
467
18 MEI 1972
Aanwezig:MEVROUW W. JüGER-MIDDELBEEK, MEVR. IR, E. M. VAN
NES-BRANDS, MEJ. M. L. A. PAULUSSEN, MEVR. J. A.W. VAN
ROOIJ-VAN DEN HEUVEL, MEVR. O. M. C. STOCKMANN-VAN DER
KALLEN, MEVR. D. H. WILLEMS-VAN DOORN en de heren P. L. E.
AMERICA, H. BIEMANS, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, P. J.
VAN CAULIL, C.J. CRUL, D. J. D. DEES, J. P. A. VAN DUN, C. A.
VAN DUIJL, F. P.M. FROGER, J.W.G. GEENE, G.H.J. GIELEN,
J. P. M. GOOS, J. A. VAN GRAAFEILAND, A.M. JANSEN, P. M.J. F. X.
KOERTSHUIS, A.B. KRAMER, A.W. VAN LOON, DRS. J. H. H.
MANS, A.C.W.M. MENSEN, IR. H.J. VAN MERKOM, L. Ph VAN
OS, A.H.W.M. DE RAAFF, G.A. ROOZEBOOM, JHR. R. G. P. SAND-
BERG, J.H. SEVERENS, A. SPANJER en J. P. W. A. A. M. TAKS.
Afwezig met kennisgeving: de heren VAN BANNING, QUADEKKER,
VAN OVERVELDT en VON SCHMID.
Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX.
Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van
orde voor de vergaderingen van de raad.
De VOORZITTER; Ik deel aan de raad mede dat de heren van
Banning, Quadekker, van Overveldt en von Schmid verhinderd zijn
deze vergadering bij te wonen.
1. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING
D. D, 20 JANUARI 1972, 17 FEBRUARI 1972 en 21 FEBRUARI 1972.
De heer JANSEN: In de notulen van de op 20 januari 1972 ge
houden vergadering staat op blz. 79 een uitslag van een stemming.
Daarbij wordt echter alleen gemeld dat er 20 voor en 18 tegen het
voorstel waren, terwijl vroeger ook altijd de namen van voor- en
tegenstemmers werden vermeld. Kan dat bij dit geval alsnog ge
beuren
De VOORZITTER: Ik weet niet of dit te doen gebruikelijk is.
De heer JANSEN: Het is altijd gebruikelijk geweest.
De VOORZITTER: Als dat zo is, lijkt'het mij normaal dat u
dit vraagt en zal het zeker gecorrigeerd worden.
De heer FROGER: In de notulen van de op 21 februari 1972 ge
houden vergadering staat op pagina 174, vierde alinea: "Het gaat
om de overheidsverklaring". Ik denk dat er een abuis in het spel
is, want ik heb gezegd of althans zeker bedoeld: Het gaat niet om
de onbewoonbaarhei dsverklaring.
De VOORZITTER: Wij zullen uw bedoelingen opnemen.
De heer DEES: Ik wil opmerken dat de opmerking van de heer
Jansen voor meer dan een stemmingsuitslag in de notulen van
20 januari 1972 geldt. Ingevolge artikel 35 van het reglement van