18 MEI 1972
474
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
dit stuk voor kennisgeving aangenomen.
s. "DE SPORTSUBSIDIEREGELING 1972".
De heer KRAMER: Ik zou over dit punt graag een opmerking
willen maken.
De VOORZITTER: Het voorstel is het stuk voor kennisgeving
aan te nemen, maar u wilt er toch een opmerking over maken?
De heer KRAMER: Als dat mag, ja.
De VOORZITTER: Gaat uw gang.
De heer KRAMER: Ik wil mijn waardering uitspreken voor deze
nieuwe subsidieregeling van de gemeentelijke sportstichting, want
anders zou dit helemaal wegvallen en dat zou jammer zijn.
Het is een goed en begrijpelijk stuk, geschikt voor alle leef
tijden en dat vind ik, met name als het om de sport gaat, toch
wel erg belangrijk. De twee hearings hebben naar mijn gevoel
beslist meegewerkt aan die duidelijkheid. In goed teamverband
is er een goed stuk tot stand gekomen. De praktische hanteer
baarheid zal, zoals dat gebruikelijk is, in de naaste toekomst
moeten blijken. Als u het mij toestaat zou ik er toch nog drie
korte opmerkingen over willen maken.
Ik heb nogal eens moeite met de definities van jeugd, sport
en recreatie, dat is u bekend.
De VOORZITTER: Bent u er zich' van bewust dat het niet de
bedoeling is hierover een discussie te voeren?
De heer KRAMER: Mijn bedoeling is alleen het verder te ver
beteren en daartoe heb ik geen andere mogelijkheid dan nu.
De VOORZITTER: Het is tot nu toe de gewoonte over deze en
soortgelijke stukken vragen te stellen en opmerkingen te maken in
de rondvraag. In die zin zou ik dan ook een beroep op u willen
doen.
De heer KRAMER: Ik heb geen vragen, alleen maar een op
merking.
De VOORZITTER: Het beste is toch dit uit te stellen tot straks.
De heer KRAMER: Ik voeg mij naar uw leiding en zal er bij
de rondvraag op terugkomen.
Vervolgens wordt ook dit stuk zonder hoofdelijke stemming voor
kennisgeving aangenomen.
De VOORZITTER: Het volgende punt is, traditiegetrouw, een
interpellatie. Ik heb u daarover de stukken doen toekomen.
De heer Crul heeft, weliswaar namens de P. A. K.-fraktie, als
lid van deze raad op 16 maart een aantal vragen gesteld dat u bij